Subsidie voor onderzoek naar schetsboek uit atelier Jacob Cornelisz. van Oostsanen


Voor het eerst komt er een uitvoerig wetenschappelijk onderzoek naar het zogenoemde ‘Berlijnse schetsboek’, dat tekeningen en voorstudies bevat die vermoedelijk afkomstig zijn uit het atelier van Jacob Cornelisz. van Oostsanen (ca. 1470-vóór 1533). Het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft hiervoor een subsidie van maximaal 7.500 euro toegekend aan de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen.

Het schetsboek, dat wordt bewaard in het Berlijnse Kupferstichkabinett, bevat 48 zestiende-eeuwse bladen. Het merendeel daarvan is aan beide zijden betekend. De tekeningen verbeelden onder meer portretten en figuurstudies, stadsgezichten, perspectivische oefeningen, ornamenten en dierenstudies. Wie de tekeningen heeft gemaakt is vooralsnog onbekend, maar omdat een aantal ervan rechtstreeks in verband kan worden gebracht met schilderijen en houtsneden van Jacob Cornelisz van Oostsanen, wordt er van uitgegaan dat de maker een assistent was in Jacob Cornelisz’s grote Amsterdamse werkplaats.

Een uitzonderlijk boek
Het Berlijnse schetsboek is een van de vroegste voorbeelden uit de Noordelijke Nederlanden van een schetsboek met werkplaatsmodellen, voorbeelden die in het atelier van een kunstenaar telkens opnieuw konden worden gebruikt. Uitzonderlijk is bovendien dat het boek in zo’n goede staat en nagenoeg compleet bewaard is gebleven, en dat het zo direct gelieerd is aan de werkplaats van een bekende kunstenaar. Het is dan ook verwonderlijk dat dit zeldzame boek nooit in zijn geheel is gepubliceerd en dat er nog nauwelijks onderzoek naar is gedaan.

Uitgave van het complete boek
Het streven is om een facsimile-editie van het gehele schetsboek voor te bereiden met een toelichting bij ieder blad. Alle tekeningen zullen grondig worden bestudeerd om meer duidelijkheid te krijgen over hun relatie tot het atelier van Jacob Cornelisz., de oorspronkelijke volgorde van de bladen en de vervaardiger ervan. Daarnaast richt het onderzoek zich op de functie die de tekeningen hebben gehad binnen de werkplaats. Dit kan tot nieuwe inzichten leiden in de rol van een modellenboek in een zestiende-eeuws schildersatelier.

Over de onderzoeker
Het onderzoek zal worden uitgevoerd door kunsthistorica drs. Ilona van Tuinen. Zij is in 2009 afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam op een reconstructie en interpretatie van de zogenaamde ‘Sterke Mannen,’ een 12-delige reeks monochrome paneeltjes van Maarten van Heemskerck (1498-1574). Voor de nieuwe bestandscatalogus ‘Early Netherlandish Paintings‘ van het Rijksmuseum schreef zij de teksten over deze schilder. Ook werkte Van Tuinen mee aan de bestandscatalogus ‘De Oude Meesters van de Stad Amsterdam’ van het Amsterdams Historisch Museum.

Atelierpraktijken Fonds
De toegekende subsidie is afkomstig uit het Atelierpraktijken Fonds, een van de CultuurFondsen op Naam van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Het fonds, dat is ingesteld door prof. dr. Jan Piet Filedt Kok (oud-conservator vroege Nederlandse schilderkunst in het Rijksmuseum), heeft tot doel om wetenschappelijk onderzoek te stimuleren naar de geschiedenis van de restauratie van kunstvoorwerpen, historische atelierpraktijken en museale geschiedenis. Meer informatie is te vinden op www.cultuurfonds.nl.

logo prins bernhard cultuurfonds

Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen
De Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen zet zich in om meer bekendheid te geven aan het werk van de schilder en ontwerper van houtsneden Jacob Cornelisz. van Oostsanen en om het kunsthistorisch debat over zijn werk te stimuleren. De stichting is gevestigd in Jacobs geboorteplaats Oostzaan en viert in 2010 haar tienjarig bestaan.

sb_64_fol_32lr