Leven en werk van Jacob Cornelisz. van Oostsanen

Loopbaan

zelfportret verkleindDe schrijver-schilder Karel van Mander meldt in zijn Schilder-boeck uit 1604 dat de schilder Jacob Cornelisz. van Oostsanen geboren werd in het dorp Oostzaan in Waterland. Later zou de schilder zich in Amsterdam vestigen, waardoor hij ook wel Jacob Cornelisz. van Amsterdam genoemd wordt.

Het is onbekend wanneer hij precies geboren is, maar men gaat ervan uit dat dit circa 1470 geweest moet zijn. Als dit klopt is hij pas op ongeveer 35-jarige leeftijd als zelfstandig schilder begonnen: zijn vroegst bekende schilderij is 1507 gedateerd. Vermoedelijk heeft hij zich eerst met andere activiteiten op kunstgebied bezig gehouden. Wat dat ook geweest is, het moet hem geen windeieren gelegd hebben, want er zijn bronnen die aangeven dat hij niet onbemiddeld was toen hij met het maken van schilderijen begon. Naar het zich laat aanzien waren de kopers van zijn schilderijen overwegend afkomstig uit de behoudende religieuze bovenklasse van Amsterdam.

Gelet op de vele onder zijn toezicht vervaardigde vrije kopieën die van zijn schilderijen bestaan, moet Jacob Cornelisz. een vrij grote werkplaats hebben gehad, met een aantal leerlingen/medewerkers. Zijn schilderijen waren kennelijk populair en succesvol bij het publiek, zodat er een markt was voor minder kostbare, maar wel in zijn atelier vervaardigde versies. Zijn beroemdste leerling is Jan van Scorel, die samen met Maarten van Heemskerck tot de belangrijkste Nederlandse vroege renaissance kunstenaars wordt gerekend.

‘Scharnier’ tussen Middeleeuwen en Renaissance

Jacob Cornelisz. van Oostsanen zelf werd als kunstenaar gevormd in een tijd dat de gotiek de kunst in Nederland nog volledig beheerste. Zijn werken van voor 1524 dragen het duidelijkst het stempel van deze stijl. Toch vinden we in veel van zijn vroege werken, die overigens meestal gekenmerkt worden door een verbazingwekkende rijkdom aan details, al de invloed van de renaissance, zij het in de vorm van ornamenten, toegepast binnen een nog in laat-middeleeuwse stijl weergegeven voorstelling.

Vanaf 1524 gooide hij het roer echter vrij radicaal om. Naar het zich laat aanzien, worden zijn werken vanaf dat jaar, qua stijl en keuze van onderwerp, structureler beïnvloed door de Nederlandse renaissance. De werken van Van Scorel en Van Heemskerck getuigen weliswaar van een zuiverder begrip van de renaissance, maar gelet op het feit dat Jacob Cornelisz. dan toch al zo’n vijftig jaar oud is, mag deze kunstzinnige flexibiliteit toch opmerkelijk worden genoemd.

Wat Jacob Cornelisz. van Oostsanen vooral zo interessant maakt, is dat hij een soort ‘scharnierfunctie’ vervult tussen de middeleeuwse late gotiek en de vroege renaissance in Nederland. Het is boeiend om te zien hoe hij, als in laat-middeleeuwse stijl gevormd kunstenaar, reageerde op de nieuwe stilistische ontwikkelingen.

In zijn latere werken worden zijn voorstellingen minder gedetailleerd , zodat de beschouwer zonder afleidende elementen met het vaak spectaculaire onderwerp geconfronteerd wordt. Dit is bijvoorbeeld te zien in de schilderijen Salome en het hoofd van Johannes de Doper en Saul bij de heks van Endor. In het eerste werk valt vooral het gebruik van de perspectivische verkorting van het afgehakte hoofd van Johannes de Doper op.

Een bijzondere kunstenaar

Jacob Cornelisz. van Oostsanen is verder om nog een aantal andere redenen interessant:

  • Hij is een veelzijdig kunstenaar die niet alleen olieverfschilderijen op paneel en gewelfschilderingen in kerken maakt, maar ook een aanzienlijk aantal houtsneden voor boekillustraties en prenten vervaardigt. Deze kunstwerken dienden vaak als voorbeeld en inspiratiebron voor andere kunstenaars.
  • Hij is de eerste belangrijke in Amsterdam gevestigde kunstenaar.
  • Hij de eerste Nederlandse schilder die een havengezicht maakt, als de achtergrondscène van De geboorte van Christus in Napels.
  • Hij is een van de eerste Nederlandse kunstenaars die, net als Albrecht Dürer, gebruik maakt van een getekend raster bij het maken van de voortekeningen op zijn schilderijen, die dienen als leidraad tijdens het schilderen.
  • Hij is waarschijnlijk de maker van de allereerste Nederlandse ‘trompe l’oeil’-schildering, blijkens het geschilderde ‘opgeprikte’ papiertje waar zijn monogram en de datering op staan, in het schilderij Saul bij de heks van Endor.
  • Voorts is hij de eerste Nederlandse kunstenaar die een zelfstandig zelfportret schildert (waarvan het origineel overigens niet bewaard is gebleven, maar wel twee kopieën).

Originelen en kopieën

monogram detail zelfportretEen relatief groot aantal werken van Jacob Cornelisz. van Oostsanen is gedateerd, zodat we zijn stijlontwikkeling goed kunnen volgen. Met behulp van de gedateerde werken kan ook een poging worden gedaan om de niet gedateerde werken in deze ontwikkeling te plaatsen. Een aantal van de originele werken is in de loop der tijden verloren gegaan. Werkplaatskopieën kunnen ons een indruk geven hoe het oorspronkelijke werk eruit gezien kan hebben. Voorts kunnen vrije kopieën ons informeren over de werkwijze binnen Jacob Cornelisz.’s atelier. Deze kwamen tenslotte onder zijn supervisie tot stand. Vaak zijn het geen getrouwe of slaafse herhalingen, maar wijken ze aanzienlijk af van het origineel.

Jacob Cornelisz. heeft misschien in het kunsthistorisch onderzoek van de afgelopen 150 jaar niet die aandacht gekregen die hij verdiende. Kunsthistorici hadden kennelijk de neiging om zich meer te richten op schilders die de renaissance in Nederland introduceerden, dan op een kunstenaar die op het breukvlak van twee stijlen zijn beroep uitoefende. Onze stichting zet zich in om Jacob Cornelisz. van Oostsanen bij het publiek de bekendheid geven die hij verdient.

© Drs. Jan Dirk de Kruijff, kunsthistoricus