Auteursarchief: admin

Replica van Jacobs portret te zien in KunstGreep Oostzaan


Sinds eind oktober kunnen alle bezoekers van de KunstGreep in Oostzaan, waar o.a. het gemeentehuis en de bibliotheek zijn gevestigd, Jacob Cornelisz. van Oostsanen in de ogen kijken. Nu de Stichting niet meer actief is, wilden wij Jacobs portret graag een ereplaatsje geven in zijn geboortedorp. De replica van zijn portret uit 1533, uit de collectie replica’s van de Stichting, heeft nu een permanente plek gekregen aan de muur naast de bibliotheek.

Samen met wethouder Marco Olij hing voorzitter Egbert van Wijk het portret op. De lokale krant deed verslag.

Lees meer over het portret, dat in 1533 na Jacobs dood is geschilderd door een van zijn zoons of kleinzoons die in zijn atelier werkten en dat teruggaat op een verlorengegaan zelfportret.

Afscheidswoord van de voorzitter


Als mensen mij vroegen wat mij bezielde waar het Jacob betreft – en die vraag werd me nog al eens gesteld – dan wist ik eigenlijk maar één antwoord te geven: “Ga maar eens naar het Rijksmuseum en bekijk Jacobs schilderijen. Bekijk de details, die je veelal alleen met een vergrootglas kunt zien en bedenk je dan hoe iemand in de middeleeuwen met beperkte middelen, zoiets heeft kunnen maken.” En dan te weten dat zo iemand in een boerendorp als Oostzaan toen was, geboren is. Op een paar Oostzaners na wist de Oostzaanse gemeenschap niet eens dat zo’n grootheid hier ooit het levenslicht zag. Ikzelf had wel van hem gehoord, maar kende zijn werk niet. Barbara en ik gingen toen op onderzoek uit, we kwamen in musea in heel Europa. Het enthousiasme, de waardering die Jacobs werk daar oogstte, verbaasde ons. Waarom wél in het buitenland, en niet in Nederland, vroeg ik me af. Dat gaf voor mij de doorslag. Jacob verdient meer erkenning. Ik ging me een soort ‘zendeling’ voelen, gedreven door een drang om Jacob de bekendheid te geven die hij verdient.

Gelukkig sloeg mijn geestdrift over op een paar medestanders en al gauw richtten wij (in 2000) gezamenlijk de stichting op om van daaruit meer bereik te krijgen. Ons bestuur was een enthousiast groepje mensen, we stimuleerden elkaar enorm. Hoe het verder ging is bekend, daar geef ik hier geen opsomming meer van. Wel wil ik graag kwijt dat ik de diverse bestuursleden wil bedanken voor hun steun, inzet en enthousiasme, waardoor de stichting almaar groeide.

Met een gerust hart kan ik zeggen dat de ‘zendeling’ in mij zijn doel heeft bereikt. Er is geen Oostzaner meer die niet weet wie Jacob was, en ook in het buitenland is Jacobs naam gevestigd. De recente tentoonstelling ‘Van Oostsanen – de eerste Hollandse meester’ van het Stedelijk Museum Alkmaar en het Amsterdam Museum heeft de belangstelling onder kunsthistorici in Nederland (en daarbuiten) verder aangewakkerd. Jacob staat weer in het middelpunt van het kunsthistorisch debat, en dat is precies wat de stichting wilde. Tijd voor ons om ons terug te trekken en om de verdere ontwikkelingen en ontdekkingen over te laten aan de wetenschappers. Dit doe ik met een tevreden gevoel. We zullen toekomstig nog veel van Jacob horen, daarvan ben ik overtuigd: met de grote tentoonstelling van Jacobs originele schilderijen en prenten zijn de sluizen opengezet, er kan nog heel veel nieuw onderzoek worden gedaan. Ik heb er alle vertrouwen in dat de kunsthistorici zich de komende jaren over Jacob blijven ontfermen.

Deze prachtige nieuwe website, gemaakt door Andrea van Leerdam en Mattijs ter Heide, staat u voorlopig nog wel even ter beschikking bij wijze van naslagwerk. Als voorzitter dank ik u voor uw steun en belangstelling en ik hoop dat ook u hebt genoten van de zinvolle periode die wij met z’n allen nu tot een goed eind hebben gebracht.

Egbert R. van Wijk, voorzitter

Video: hoogtepunten van de stichting in beeld


In de ca. 15 jaar van ons bestaan als stichting (2000-2014) zijn er veel bijzondere gebeurtenissen en memorabele evenementen geweest – van onze eigen tentoonstellingen met replica’s van Jacobs werk tot de restauratie van de gewelfschilderingen in Alkmaar, van de onthulling van het monument voor Jacob tot de publicatie van het schetsboek uit zijn atelier.

Bij de beëindiging van de stichting hebben we al deze hoogtepunten op een rijtje gezet, en u kunt ze nu ook terugzien in dit filmpje:

De montage is verzorgd door filmmaker Marnix, de zoon van onze voorzitter.

13-14 sept. lezing en expositie in Poeldijk: De heilige Bartholomeus op reis


In het weekend van 13 en 14 september, tijdens Open Monumentendag, verzorgt de Werkgroep Historie Bartholomeus Poeldijk (WHBP) weer een speciale tentoonstelling voor jong en oud. De werkgroep neemt u dit jaar mee op reis door de geschiedenis en het restauratieproces van het schilderij De marteldood van de H. Bartholomeus. Door middel van twee lezingen en een expositie wordt niet alleen het restauratieproces, maar ook de geschiedenis van het schilderij uiteengezet. Zo is te zien welke reis het schilderij heeft afgelegd: vanuit Amsterdam rond 1500 uiteindelijk eindigend in Poeldijk, waar het zijn vaste plaats heeft gekregen.

De r.k. parochie H. Bartholomeus te Poeldijk is al zo’n 200 jaar in het bezit van dit bijzondere schilderij. Het paneel is van de hand van Jacob Cornelisz. van Oostsanen en is vermoedelijk geschilderd tussen 1500 en 1505. Atelier Boersma uit Rotterdam heeft dit schilderij afgelopen jaar gerestaureerd voor de tentoonstelling Van Oostsanen, waar het te zien was in het Stedelijk Museum Alkmaar.

Andere hoogtepunten uit de collectie van de kerk die u kunt bewonderen zijn onder andere 18e- en 19e-eeuws zilver, een 18e-eeuws reistabernakel, historische documenten uit het archief, diverse paramenten, films en foto’s uit vroeger tijden.

Bekijk het schilderij met Bartholomeus in extreem hoge resolutie op www.kijkhelemaalrond.nl/Bartholomeus

Zaterdag 13 september

09.30 uur ontvangst met koffie

10.00 opening expositie met twee lezingen en muziek:

  • Lezing over het restauratieproces van De marteldood van de H. Bartholomeus door Annetje Boersma, restauratrice Atelier Boersma uit Rotterdam.
  • Optreden Vrouwenschola Deo Sacrum Poeldijk
  • Lezing over de geschiedenis van het schilderij door Henk Willemsen, archivaris en oud voorzitter WHBP.

tot 17.00 expositie vrij toegankelijk

Zondag 14 september

10.30-17.00 expositie vrij toegankelijk

Aanmelden

De tentoonstelling is gratis te bezoeken. Wilt u de opening met de lezingen bijwonen op 13 september, dan is aanmelden noodzakelijk. Stuur een e-mail naar historiebartholomeuspoeldijk@gmail.com

Locatie: Bartholomeuskerk, Voorstraat 109, 2685 EK Poeldijk

Meer informatie: www.rkwestland.nl/federatie en www.facebook.com/bartholomeuspoeldijk

Contact

Scènes uit het leven van de heiligen Bartholomeus en Hubertus, ca. 1500-1505

Twee panelen met scènes uit de levens van de heilige Bartholomeus en de heilige Hubertus
Ca. 1500-1505

Bartholomeus:
120 x 69,5 cm
Poeldijk, Parochiekerk Sint Bartholomeus

Hubertus:
118 x 68 cm
Berlijn, Staatliche Museen, Gemäldegalerie

Enkele jaren geleden is een spectaculaire ontdekking gedaan rondom deze panelen: het hout blijkt afkomstig van dezelfde boom, en de schilderijen vormden oorspronkelijk de voor- en de achterzijde van één luik, dat op een onbekend moment overdwars is doorgezaagd. Dat moet vóór 1821 zijn gebeurd, want toen bevonden beide panelen zich al in verschillende collecties. Het is niet bekend wat er was voorgesteld op de andere onderdelen van het oorspronkelijke werk, dat vermoedelijk een drieluik was. Aangezien Bartholomeus de patroonheilige van de leerlooiers was en Hubertus van de jagers, is het denkbaar dat het schilderij in opdracht van een gilde is gemaakt.

De panelen verbeelden scènes uit het leven van Bartholomeus en Hubertus.

 Bartholomeus Bartholomeus:

  • midden links: Bartholomeus drijft een duivel uit bij de dochter van Polimios, koning van Syrië.
  • linksboven: koning Polimios laat zich dopen.
  • rechtsboven: Bartholomeus laat een afgodsbeeld verwijderen.
  • midden rechts: Bartholomeus wordt opgepakt wegens heiligschennis.
  • voorgrond: als straf wordt Bartholomeus levend gevild.
 hubertus Hubertus:

  • links onder de boog: paus Sergius I krijgt bericht van een engel, dat de overleden bisschop Lambertus van Luik moet worden opgevolgd door Hubertus.
  • midden onder de boog: paus Sergius I plaatst de bisschopsmijter op het hoofd van Hubertus.
  • rechts achter: Hubertus krijgt van de apostel Petrus een sleutel die hem het vermogen geeft om hondsdolheid te genezen.
  • voorgrond: het is onbekend welke scène hier is afgebeeld. De meest gebruikelijke voorstelling uit het verhaal van Hubertus, namelijk zijn bekering nadat hij een hert heeft gezien met een stralend kruis in het gewei, ontbreekt op dit paneel.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 1.a-b

 

 

Rust op de vlucht naar Egypte, ca. 1505-1510

diameter 32,7 cm
Aken, Suermondt Ludwig Museum

Ook in dit schilderij valt weer de detaillering op, die zo kenmerkend is voor de vroege werken van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Een groter schilderij met dezelfde compositie bevond zich in Berlijn, maar ging daar in 1902 bij een brand verloren.

Het Christuskindje, Maria en Jozef  rusten uit op weg naar Egypte. Zij zijn op de vlucht voor de soldaten van koning Herodes die het Christuskind willen doden. Er bestonden in de middeleeuwen diverse legendeverhalen over de belevenissen van de Heilige familie tijdens hun tocht. Een ervan verhaalt dat zij langs een akker komen, waar  een boer juist bezig is koren te zaaien. Het zaad groeit op wonderbaarlijke wijze nog diezelfde dag op tot koren. Als de soldaten van Herodes even later langskomen zegt de boer, geheel conform de waarheid, dat hij de gezochten heeft zien langskomen op het moment dat hij het koren heeft gezaaid, waarna zij de achtervolging staken. Op de achtergrond zien wij dit verhaal afgebeeld.

In de berkenboom links, naast de slapende Jozef, hangt het wapenschild van Pompeius Occo, die vlakbij Jacob Cornelisz. in de Kalverstraat woonde en gedurende de eerste decennia van de 16e eeuw tal van opdrachten verstrekte aan Jacobs atelier.

Noli me tangere, 1507

1507 (gedateerd)
54,5 x 39 cm
Kassel, Staatliche Museen

Als Maria Magdalena na de kruisiging van Christus naar diens graf gaat, ontdekt zij dat dit leeg is. Ze ziet een man staan waarvan ze denkt, dat het de hovenier van het kerkhof is. Als zij de man vraagt waar het lichaam gebleven is, ziet zij pas dat het Christus zelf is, die is opgestaan uit het graf. Christus spreekt tot haar: ‘Raak mij niet aan (in het Latijn: Noli Me Tangere) want ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader’. Deze tekst staat in het Latijn op de zoom van het gewaad van Christus te lezen. Op de achtergrond bevinden zich diverse andere scènes, die plaatsvinden na de opstanding van Christus, zoals de maaltijd met de Emmaüsgangers.

Maria Magdalena is makkelijk te herkennen  aan haar rijke kleding, een herinnering aan de tijd van voor haar bekering, toen zij nog het oudste beroep ter wereld uitoefende. Verder herkent men haar aan de aardewerken zalfpot, die tussen Maria Magdalena en Christus staat. De zalfpot is van een type zalfpot dat in Jacob Cornelisz.’s tijd gangbaar was, een zogenaamde ‘albarello’. Deze is aan de bovenkant afgedekt met een om de bovenrand gevouwen perkamenten ‘dekseltje’.

Het schilderij heeft een buitengewone mate van detaillering. De brokaten mantel van Maria Magdalena en de planten zijn hiervan goede voorbeelden. Ook de achtergrond is minutieus uitgevoerd: men ziet bijvoorbeeld twee haasjes in het gras achter elkaar aanrennen, door de schilder raak getroffen in slechts enkele minuscule penseelstreken.

Op de ‘albarello’ staat de datering 1507 in Romeinse cijfers: ‘MCCCCCVII’. Dit maakt dit schilderij samen met de Kruisiging in New York het vroegst bekende gedateerde schilderij van Jacob Cornelisz. van Oostsanen.

Over de toeschrijving aan Jacob is tot op heden discussie. In 2006 betoogde Daantje Meuwissen dat het werk niet door hem is geschilderd, omdat het stilistisch te veel afwijkt van de Kruisiging uit hetzelfde jaar (1507). Twee details blijken er echter op te wijzen dat het werk wel degelijk uit zijn atelier komt. Ten eerste is de weegbree op de voorgrond rechts vrijwel exact hetzelfde weergegeven als op de David en Abigaïl –  een werk dat zonder twijfel aan Jacob wordt toegeschreven. Mogelijk was er in het atelier een modeltekening van deze plant aanwezig die meermaals werd gebruikt. Ten tweede blijkt uit het onderzoek van Esther van Duijn naar geschilderde goudbrokaten dat het patroon van Maria Magdalena’s goudbrokaten mantel overeenkomt met dat in andere werken van Jacob, waaronder nota bene de Kruisiging uit 1507. Ook voor het schilderen van goudbrokaten stoffen werden in het atelier waarschijnlijk patronen gebruikt.

Literatuur

Van Duijn 2013, appendix, tabel/patroon F

Meuwissen 2006

Meuwissen 2014, cat. 3

De Kruisiging, 1507

1507 (gedateerd)
99,1 x 78 cm
New York, The Metropolitan Museum of Art (bruikleen van particulier)

Op de halster van het paard aan de voet van het kruis staat het jaartal M.CCCCC.ET.VII, dus 1507. Dat het werk geschilderd is in het atelier van Jacob Cornelisz. van Oostsanen blijkt niet uit een signatuur (geen van Jacobs vroege schilderijen is gesigneerd, in tegenstelling tot zijn houtsneden) maar uit de ondertekening die met behulp van infraroodreflectografie zichtbaar kon worden gemaakt. Ons bestuurslid Daantje Meuwissen heeft een grondige studie naar deze voorbereidende tekening onder het schilderij verricht. Zij constateerde dat de tekenstijl sterk overeenkomt met bijvoorbeeld de gesigneerde houtsneden van het Marialeven, eveneens uit 1507.

De voorbereidende tekening zal Jacob dus zelf hebben gemaakt; voor het schilderij is hij waarschijnlijk niet in zijn eentje verantwoordelijk. Met name de achtergrond, in de bovenste helft van het schilderij, is minder rijk gedetailleerd en minder realistisch uitgevoerd dan in andere werken van Jacob uit deze periode. Het is goed denkbaar dat Jacob alleen de hoofdfiguren in de voorstelling zelf schilderde en de rest aan zijn assistenten overliet.

Literatuur

Meuwissen 2006

Meuwissen 2014, cat. 4

David en Abigaïl, ca. 1507-1508

87 x 67,5 cm
Kopenhagen, Statens Museum for Kunst

De frisse kleuren (alsof het werk gisteren geschilderd is) en de minutieus uitgewerkte details in dit schilderij maken het tot een van Jacobs grootste meesterwerken. Het is uitzonderlijk hoe goed dit werk bewaard is gebleven. Voor wie het is gemaakt, is niet bekend. Vermoedelijk was het bestemd voor privédevotie.

Het verhaal van David en Abigaïl (1 Samuel 25) is in de Noord-Nederlandse kunst niet vaak afgebeeld. Mogelijk kwam Jacob Cornelisz. op het idee door de gravure die Lucas van Leyden in dezelfde periode van dit onderwerp maakte.

De weegbree-plant linksvoor komt vrijwel exact overeen met die op de Noli me tangere uit 1507. Ook de gedetailleerde schilderstijl in beide werken vertoont overeenkomsten. Op basis daarvan wordt dit schilderij ca. 1507-1508 gedateerd.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 5

Christus als Man van Smarten, ca. 1509-1510

23,5 x 16 cm
Antwerpen, Museum Mayer van den Bergh

Dit paneeltje was waarschijnlijk bestemd voor privédevotie. Het kon makkelijk in een slaapvertrek worden opgehangen, of worden meegenomen op reis.

Christus, gekleed in een lendendoek en gekroond met de doornenkroon, toont met betraand gelaat de wonden van zijn kruisiging. Om de toeschouwer met het lijden van Christus voor de mensheid te confronteren, laat de schilder geen gruwelijk detail achterwege. Het bloed stroomt rijkelijk uit de gaten van de spijkers in zijn handen en de wond in zijn zij, veroorzaakt door de lanssteek van de Romeinse soldaat Longinus. Een straal bloed spuit met een boogje in een miskelk, een duidelijke verwijzing naar het belang van de transsubstantiatie tijdens de Roomse eucharistie, waarin volgens de kerkleer de wijn daadwerkelijk verandert in het bloed van Christus. Links en rechts vliegen engelen, Christus’ lijden bewenend, hun lichamen verwrongen van smart.

God de Vader en de duif van de Heilige Geest benadrukken Christus’ rol als onderdeel van de goddelijke Drieëenheid. Op de achtergrond is, linksonder, een fraai gedetailleerde  afbeelding van de kruisiging zelf te zien.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 8

Gebedsportretten van Corsgen Elbertsz. en zijn familie, ca. 1510-1515

90 x 57 cm (linkerfragment)
89 x 73 cm (rechterfragment)
Amsterdam, Amsterdam Museum

Deze twee fragmenten moeten deel hebben uitgemaakt van een gigantische memorietafel, een schilderij ter nagedachtenis aan de geportretteerde personen. De hoofdvoorstelling moet een Kruisiging zijn geweest. Op de voorgrond van het fragment met de mannelijke portretten is nog een stuk van een kostbare goudbrokaten mantel te zien. Deze behoorde vermoedelijk toe aan de heilige Maria Magdalena, die ook in veel andere voorstellingen van de Kruisiging een dergelijke mantel draagt en geknield aan de voet van het kruis zit (bijvoorbeeld de Kruisiging in het Rijksmuseum uit ca. 1511). De rode mantel boven de vrouwelijke portretten moet van Johannes de Evangelist zijn geweest, die aan Christus’ linkerzijde stond; de blauwe mantel op het fragment met de mannen was dan van Maria die zich aan Christus’ rechterzijde naast het kruis bevond.

We weten voor wie dit paneel gemaakt is, omdat dat vermeld staat op de fragmenten die van de oorspronkelijke lijst bewaard gebleven zijn. Margriet Corsgendr. (ca. 1480-1556) gedenkt hiermee haar “lieve” vader en moeder (zo vermeldt het onderschrift expliciet), Corsgen Elbertsz. en Geertruyt van der Schellingh Hendricksdr., die respectievelijk in 1503 en 1506 stierven. Margriet is zelf ook afgebeeld, temidden van haar broers en zussen. Zij is de vrouw op de voorgrond, met het witte kleed en de zwarte kap van de reguliere kanunnikessen. Margriet was non in het Sint Agnietenklooster in Amsterdam.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 16

Vijfluik met de heilige Hiëronymus, 1511

1511 (gedateerd)
176 x 113 cm (middenpaneel)
176 x 46 (luiken)
Wenen, Kunsthistorisches Museum

Wie dit reusachtige altaarstuk heeft laten maken, is onbekend. Wel is zeker dat het in 1511 werd voltooid, want dat jaartal staat op de balustrade op het rechterbuitenluik.

Het werk bestaat uit een middenpaneel met aan weerszijden twee zijluiken, dus vier luiken in totaal. De scharnieren van alle luiken zitten aan het middenpaneel, dus de luiken kunnen bladeren zoals de bladzijden van het boek.

De volgende voorstellingen zijn verbeeld:

  • alle luiken gesloten: Gregoriusmis
  • buitenluiken open, binnenluiken gesloten: acht heiligen: Jozef, Willibrord, keizer Hendrik, Elisabeth van Thüringen, Maarten, Dorothea, Catharina van Alexandrië, Ursula
  • alle luiken open: heilige Hiëronymus tronend met een geknielde man en vrouw (de onbekende opdrachtgevers van het stuk) en achter de vrouw twee dochters. Op de geopende binnenluiken zijn links drie kerkvaders en rechts drie apostelen zichtbaar.

De renaissancistische motieven langs de troon van Hiëronymus maken dit werk een van de vroegste voorbeelden van geschilderde renaissance-architectuur in de Noordelijke Nederlanden.

Wenen_Hieronymus_middenpaneel

Een replica van het monumentale vijfluik met de Heilige Hiëronymus was een van de hoogtepunten van de tentoonstelling ‘Ondertekend’ in de Grote Kerk in Oostzaan (2003). Aan RTV Noord-Holland gaven Egbert van Wijk en Jan Dirk de Kruijff uitleg over dit enorme schilderij.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 10 en p. 111-113

 

De Kruisiging, ca. 1511

104 x 88 cm
Amsterdam, Rijksmuseum

Net als Maria met Kind was de Kruisiging een veelgevraagd onderwerp voor schilderijen. Uit Jacobs werkplaats zijn er zeker zeven van bewaard gebleven, waarvan dit de beste is.

Het werk heeft een rijke en ingewikkelde compositie met veel gedetailleerd weergegeven figuren rond de gekruisigde Christus, met op de achtergrond een groot aantal scènes uit het passieverhaal. De rijkgeklede vrouw met de bewerkte zilveren zalfpot links aan  de voet van het kruis, is Maria Magdalena. Links achter haar staat Maria in haar blauwe mantel, dusdanig door verdriet overmand dat zij ondersteund wordt door de in rood geklede Johannes de Evangelist. Rechts staan de Romeinse soldaten, waarvan drie te paard.

Op de achtergrond zijn, als een soort stripverhaal, aan de kruisiging voorafgaande scènes te zien, zoals links Christus in de hof van olijven, het afscheid van Christus van zijn moeder en rechts de kruisdraging. Bij de kruisdraging staat Veronica met een witte doek klaar om het bezwete gelaat van Christus af te vegen. Op de voorgrond rechts staat zij nogmaals afgebeeld, het gezicht van Christus heeft op wonderbaarlijke wijze zijn afdruk op de doek achtergelaten.

De datering van dit schilderij is lange tijd onduidelijk geweest. De recente restauratie heeft meer duidelijkheid gegeven over de schildertechniek, die onmiskenbare overeenkomsten vertoont met die van de Geboorte van Christus uit 1512. Vermoed wordt, dat deze Kruisiging iets eerder is vervaardigd.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 12

De geboorte van Christus met de aanbidding der herders, 1512

1512 (gedateerd)
128 x 177 cm
Napels, Museo Nazionale di Capodimonte

In het midden van dit rijk bevolkte schilderij ligt het Christuskindje in zijn kribbe. Naast hem knielen Maria en Jozef. De herders kijken vol ontzag toe. Engelen maken muziek. Zij maken gebruik van een groot aantal diverse instrumenten, zoals fluiten, bazuinen, een citer, een viool enz.  Musicerende engelen  komen in het oeuvre van Jacob Cornelisz. vaak voor.

De mannen en vrouwen aan weerszijden van de hoofdvoorstelling zijn leden van de vooraanstaande Amsterdamse familie Boelen. Truus van Bueren en Bas Dudok van Heel hebben in 2011 de identiteit van de geportretteerden kunnen vaststellen. De geknielde man en de vrouw die het dichtst bij de hoofdvoorstelling zitten, zijn Dirk Boel Heinricksz. en Margriet Claas Heijnensdr., beiden in 1459 overleden. Ze worden geflankeerd door beschermheiligen resp. Andreas en Margaretha. Dirk en Margriet waren de ouders van de opdrachtgeefster van dit schilderij, Margriet Boelensdr. Uit een archiefstuk weten we dat zij het schilderij schonk aan het Amsterdamse kartuizerklooster Sint Andries ter Zaliger Haven, waar twee van haar broers waren ingetreden. Margriet is op de voorgrond uiterst rechts afgebeeld, achter haar moeder. De man aan de andere kant, uiterst links, is Vechter Dirk Boelensz., haar enige broer die nog in leven was toen dit schilderij in 1512 werd gemaakt. De andere knielende mannen en vrouwen zijn broers en zussen van Margriet.

Op de achtergrond zien we iets bijzonders: een havengezicht met schepen en scheepswerven. Dit is het eerste havengezicht in de Noord-Nederlandse schilderkunst. Op de grond zijn scheepsbouwgereedschappen en scheepsspanten te zien. Dit lijkt te verwijzen naar zowel het beroep van Jozef, timmerman, als naar de herkomst van de rijkdom van de schenkers. Het is zeer ongebruikelijk dat als achtergrond op een schilderij over de geboorte van Christus, een havengezicht werd weergegeven, aangezien Betlehem geen havenstad was. Dit heeft te maken met de naam van het Kartuizerklooster waaraan dit werk geschonken werd: Sint Andries ter Zaliger Haven. Deze verwijzing speelt een belangrijkere rol dan historische accuratesse. Het klooster stond even buiten de Haarlemmerpoort te Amsterdam. Margriet Boelen betaalde volgens het document uit het kloosterarchief fl. 50,– aan Jacob Cornelisz. voor dit schilderij – in die tijd een aanzienlijk bedrag.

Literatuur

Jacobsbode 20 (juli 2011)

Meuwissen 2014, cat. 13

Portret van Jacob Pijnssen, 1512

1512 (gedateerd)
23 x 13 cm
Enschede, Rijksmuseum Twenthe

Dit schilderij is gedateerd 1512 in de ingesnoerd rechthoekige cartouche boven het hoofd van de geportretteerde. De cartouche wordt vastgehouden door een triton en een zeemeermin, die elk ook een wapenschild aan een lint vasthouden. Door middel van de familiewapens heeft men de geportretteerde weten te identificeren. Het is de in Den Haag woonachtige Jacob Pijnssen. In de tijd dat het portret werd gemaakt, was hij advocaat-fiscaal in dienst van Filips de Schone en Maximiliaan I van Oostenrijk. In 1517 werd hij raad van het Hof van Holland. Een aanzienlijk man, die het zich kon veroorloven zijn portret te laten schilderen. In zijn hand houdt hij een opgerold stuk papier, naar alle waarschijnlijkheid een document dat verband houdt met zijn functie.

Het portret maakt, wat betreft de krappe plaatsing binnen de lijst, een nog erg middeleeuwse indruk. De ornamenten in de geschilderde boogvorm zijn echter al voorzien van renaissancemotieven.

Voor zover bekend is dit het vroegste zelfstandige portret dat Jacob Cornelisz. van Oostsanen maakte. Het is interessant om te zien hoe zijn portretten zich ontwikkelen van dit portret, via het portret van Jan Gerritsz. van Egmond naar zijn zelfportret uit de jaren 20 van de 16e eeuw (waarvan kopieën uit ca. 1530 en 1533 bewaard zijn gebleven).

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 15

Maria met Kind en musicerende engeltjes, ca. 1512-1515

66 x 57,5 cm
Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen (bruikleen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Dit is een van de vroegste voorstellingen van Maria met Kind en musicerende engeltjes uit de werkplaats van Jacob Cornelisz., een onderwerp waarvan zijn atelier diverse varianten in verschillende formaten produceerde. Vermoedelijk werden deze panelen voor de markt geschilderd (dus niet voor een specifieke opdrachtgever), waarna de koper er zelf nog zijluiken met voorstellingen naar keuze aan kon laten toevoegen. Dit is onder andere gebeurd met het drieluik van Joris Sampson en zijn vrouw Engelken Coolen, dat in compositie grote overeenkomsten vertoont met dit paneel dat zich thans in museum Boijmans Van Beuningen bevindt.

Dat het om een standaardcompositie gaat die in veelvoud werd vervaardigd, blijkt uit het feit dat zich onder dit schilderij een kwadraatnet bevindt: een raster van vierkantjes die het makkelijker maakte voor de kunstenaar om de voorstelling te kopiëren, en desgewenst te vergroten of verkleinen.

Het paneel heeft nu geen luiken meer, maar maakte oorspronkelijk wel deel uit van een drieluik. Aan het begin van de 20e eeuw werd dat uit elkaar gehaald zodat de stukken apart verkocht konden worden. De binnenzijden van de luiken, met portretten van onbekende personen, bevinden zich sinds 1970 in Düsseldorf.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 25.a

Drieluik met Maria met Kind en Pompeius Occo en Gerbrich Claesdr., ca. 1515

Middenpaneel 107 x 72 cm, zijluiken 107 x 30 cm
Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten

De voorstelling van Maria als halffiguur met het Christuskind in haar armen was een commercieel succes van Jacobs werkplaats. Hij verkocht meerdere werken met dit thema. Dit exemplaar werd in of kort na 1515 besteld door zijn overbuurman en belangrijkste mecenas Pompeius Occo (1483-1537), een vooraanstaande intellectueel in Amsterdam. Op de zijluiken liet hij zichzelf en zijn vrouw Gerbrich Claesdr. (1491-1558) afbeelden. Hij gaat vergezeld van zijn beschermheilige Sebastiaan (te herkennen aan de pijl en boog) en zij van de heilige Maria Magdalena (met zalfpot).

Op de buitenzijden van de luiken waren Adam en Eva weergegeven, geïnspireerd door de Zondeval van Albrecht Dürer uit 1504. De figuur van Eva is in slechte staat bewaard gebleven, van Adam is niets meer over. In Occo’s testament staat het schilderij omschreven als ‘zyn beste tavereel van Adam ende Eva’. Occo liet het na aan zijn oudste zoon Sybrant.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 21

Drieluik met Maria met Kind en Augustijn van Teylingen en Judoca van Egmond, ca. 1515

Middenpaneel 42 x 32 cm, zijluiken elk 50 x 17 cm
Berlijn, Staatliche Museen, Gemäldegalerie

Het middenpaneel van dit triptiek toont Maria zittend met op haar rechterarm het Christuskind. Voor haar staat een tafel met een mand met kersen. Het kleed op deze tafel is ook afgebeeld op het portret van Isabella van Denemarken. Links en rechts van Maria zijn musicerende engelen te zien. Op de zijluiken zijn de gebedsportretten van een man en een vrouw afgebeeld. Op het linkerluik zit Augustijn van Teylingen (ca. 1475-1533). Naast hem staat zijn naamheilige Augustinus, die herkenbaar is aan zijn bisschopsgewaad en het met een pijl doorboord hart, dat hij in zijn hand houdt. Augustijn van Teylingen was burgemeester van Alkmaar. Op het linkerzijluik zit zijn echtgenote Judoca van Egmond van de Nijenburg, met de heilige Barbara.

Als het drieluik gesloten is, ziet men op de beide buitenluiken links een afbeelding van Sint-Anna-te-Drieën en rechts een afbeelding van de heilige Elisabeth van Thüringen.

In dit triptiek heeft Jacob Cornelisz. van Oostsanen in tegenstelling tot andere werken uit dezelfde periode, geen renaissance-ornamenten verwerkt. De heiligen op deze buitenluiken zijn afgebeeld in gotische nissen. Misschien volgde Jacob in dit schilderij de conservatievere smaak van zijn opdrachtgevers.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 26

Het mirakel ter Heilige Stede, ca. 1515

8 fragmenten, geschilderd in tempera op doek
Amsterdam, Amsterdam Museum

Dit is het enige bewaard gebleven werk van Jacob Cornelisz. van Oostsanen dat niet met olieverf op paneel is geschilderd, maar met tempera (verf op basis van eierdooier en water) op doek. De tand des tijds heeft het kwetsbare doek sterk aangetast; er zijn alleen fragmenten van bewaard gebleven die ook nog eens in een matige conditie verkeren. Vanwege de historie en het verbeelde onderwerp is dit doek niettemin een van de topstukken van het Amsterdam Museum.

De fragmenten verbeelden scènes uit het verhaal van het Mirakel van Amsterdam, dat zich in 1345 afspeelde. Een zieke man kreeg een hostie toegediend, die hij met zijn voedsel weer uitbraakte. De vrouw die hem verzorgde wierp het braaksel met de hostie in het haardvuur. De volgende dag bemerkte ze dat de hostie helemaal niet door het vuur was aangetast, en kon ze hem ongeschonden uit de haard halen zonder zich te branden. Uiteindelijk werd de hostie in een plechtige processie overgebracht naar de Oude Kerk. Rond 1347 werd er een aparte kapel aan gewijd. Deze ‘Heilige Stede’ werd een populair bedevaartsoord waarvoor pelgrims van heinde en verre naar Amsterdam kwamen. Tussen 1513 en 1519, toen Pompeius Occo kerkmeester was, werd de Heilige Stede verfraaid. Mogelijk heeft Jacob Cornelisz. het doek als onderdeel daarvan geschilderd.

De acht bewaard gebleven fragmenten verbeelden:

  1. Omstanders bij de toediening van de hostie
  2. De vrouw gooit het braaksel in het vuur
  3. Engel die met wierookvat zwaait
  4. Engel die met wierookvat zwaait
  5. Twee engelen kijken toe hoe de vrouw de hostie uit het vuur haalt
  6. De vrouw haalt de hostie uit het vuur
  7. en 8. Een vrouw knielt bij de kist waarin de hostie wordt bewaard; de hostie wordt in de monstrans geplaatst; de processie

mirakeldoek_fragment2 mirakeldoek_fragment3

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 22.a-c

Twee luiken met heiligen Christoffel en Catharina, ca. 1516

Luik met Dirk Willemsz. van Rietwijk met de heilige Christoffel en het Christuskind (binnenzijde) en de heilige Adalbert (buitenzijde)
Luik met de heilige Catharina (binnenzijde) en de heilige Jeroen (buitenzijde)
Ca. 1516
Beide 70 x 26,5 cm
Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen

Het is niet bekend van wat voor drieluik deze luiken afkomstig zijn. Wel weten we (sinds kort) wie de knielende geestelijke op het linkerluik is. Zijn wapenschild maakt duidelijk dat hij tot de Noord-Hollandse familie Van Rietwijk behoort, aan zijn kleding is te zien dat hij een kanunnik was. In de periode waaruit het schilderij stamt was er maar één Van Rietwijk die kanunnik was: meester Dirk Willemsz. van Rietwijk. Hij was kanunnik van het Sint Catharinakapittel van de slotkapel in Egmond aan den Hoef. Om die reden zal de heilige Catharina op het rechterluik zijn afgebeeld.

Op de buitenzijden van de luiken zijn twee heiligen in grisaille voorgesteld, alsof het standbeelden zijn. In tegenstelling tot Christoffel en Catharina zijn dit veel minder gangbare heiligen: de heilige Adalbert en de heilige Jeroen of Hieron. Beiden zijn schutspatronen van de Egmondse abdij en werden dus vooral lokaal vereerd.

De heilige Christoffel is in dezelfde houding afgebeeld als de Christoffel op de Aanbidding der koningen en de familie Heereman uit 1517 in het Rijksmuseum.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 27.a-b

Aanbidding der koningen, 1517

1517 (gedateerd)
Middenpaneel 83 x 56 cm, zijluiken elk 83 x 25 cm
Amsterdam, Rijksmuseum

De drie koningen betuigen eer aan het Christuskind en bieden het mirre, wierook en goud aan. Zij staan elk voor een leeftijdscategorie: een jonge man, een man van middelbare leeftijd en een oude man. Ook vertegenwoordigen zij elk een werelddeel: Azië, Afrika en Europa. Hiermee wordt op symbolische wijze getoond dat de hele wereld en alle leeftijden eer bewijzen aan het Christuskindje.

Op de balk boven Maria staat de datering 1517,  geflankeerd door renaissancistische engelenfiguurtjes en ranken.

Op de zijluiken staan de gebedsportretten van degenen voor wie het schilderij is gemaakt, samen met hun kinderen. Uit onderzoek naar de familiewapens op het schilderij blijkt dat het hier de Amsterdamse familie Heereman betreft. Omdat de wapens later overschilderd zijn met het wapen van een jongere tak van de familie Heereman, is niet bekend welke leden van deze familie er precies zijn afgebeeld. Zij worden vergezeld door hun beschermheiligen: Hiëronymus en Catharina.

Op de buitenzijden van de luiken zijn de heiligen Anthonius Abt en Christoffel verbeeld in grisaille, alsof het standbeelden zijn. De Christoffel-figuur vertoont duidelijke overeenkomsten met de Christoffel op een luik (niet in grisaille) dat zich nu in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam bevindt. In de tijd van Jacob Cornelisz. zag men het drieluik meestal met gesloten luiken. De luiken werden pas geopend bij bijzondere gelegenheden, zoals het opdragen van een mis bij het altaar, waarboven het drieluik als altaarstuk hing.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 29

Portretten van Jan Gerritsz. van Egmond, ca. 1518 en ca. 1523

Vier portretten van Jan Gerritsz. van Egmond van de Nijenburg

 jangerritszvanegmond Ca. 1518
41,5 x 33,5 cm
Amsterdam, Rijksmuseum
 jan-gerritsz-van-egmond-louvre Ca. 1523
46,5 x 35 cm
Parijs, Musée du Louvre
 jangerritszvanegmondkassel Ca. 1523
37,2 x 27,4 cm
Verenigde Staten, particuliere collectie
 jan-gerritsz-van-egmond-hermitage Ca. 1523
47,5 x 34,5 cm
Sint Petersburg, Hermitage

Maar liefst vier vrijwel identieke versies zijn bekend van dit portret. Het wapenschild bovenaan maakt duidelijk wie hier is geportretteerd: Jan Gerritsz. van Egmond van de Nijenburg (overl. 1523). Hij was onder andere burgemeester van Alkmaar en baljuw van Nieuwbrug.

Het portret in het Rijksmuseum werd waarschijnlijk als eerste vervaardigd. De randversiering langs de boog bovenaan wijkt in deze versie af van de andere drie, waar de boog met soberder renaissancemotieven is versierd. Het vermoeden bestaat dat Jan Gerritsz. van Egmond zelf het portret liet maken dat nu in het Rijksmuseum hangt, en dat wellicht zijn kinderen na zijn dood in 1523 kopieën van dit portret bestelden. Een dochter van Jan Gerritsz. van Egmond, Judoca, is overigens zelf ook tweemaal geportretteerd door Jacobs atelier (samen met haar man Augustijn van Teylingen).

Interessant is dat de boogversiering van de drie latere versies van het portret exact zo voorkomt in het schetsboek uit Jacobs atelier. Daar is de enkel linkerhelft van de boog getekend, wat wijst op een ontwerptekening: het ontwerp kon eenvoudig gespiegeld worden om de boog compleet te maken, en deze vervolgens op een schilderij over te brengen.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 32.a-c

Drieluik met Maria met Kind en musicerende engelen, 1518

Atelier Jacob Cornelisz. van Oostsanen en onbekend atelier
1518 (gedateerd)
114 x 167 cm
Uden, Museum voor Religieuze Kunst

De voorstelling op het middenpaneel van dit drieluik, Maria met Kind en musicerende engeltjes, was een populair onderwerp in de werkplaats van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Er zijn diverse uitvoeringen van bewaard gebleven. Het werk in Uden vertoont veel gelijkenissen met dat in Rotterdam. De houding van Maria, het Kind en de vioolspelende engel links, zijn letterlijk aan het oudere werk ontleend. Ook de tafel waaraan Maria gezeten is, komt op beide schilderijen voor, compleet met het gedeelte van haar mantel dat erover is gedrapeerd en de mand met kersen. Het draailierspelende engeltje, dat rechts op het werk in Rotterdam staat, is in dit schilderij naar links en meer naar de achtergrond verplaatst. Er is een aantal zaken toegevoegd zoals de hoofddoek van Maria en God de Vader met de engelen in de hemel. De achtergrond wijkt eveneens af.

Op het linkerzijluik is Joris Sampson weergegeven op 37-jarige leeftijd (blijkens het opschrift), samen met zijn beschermheilige St. Joris en zijn zoon, die op dat moment al gestorven was. Sampson was gasthuismeester in Den Bosch. Op het rechterzijluik knielt zijn 35-jarige echtgenote Engelken Coolen, geflankeerd door haar patroonheilige Anna. Achter haar bevinden zich haar zes dochters, waarvan er al drie waren gestorven, wat wordt aangegeven door de rode kruisjes in hun handen.

Waarschijnlijk kocht Joris Sampson dit werk kant en klaar op de vrije markt, met onbeschilderde zijluiken waarop hij dan zijn eigen gezin (of een andere voorstelling naar keus) kon laten vereeuwigen. De luiken zijn in elk geval door een andere kunstenaar geschilderd, in een stijl die sterk afwijkt van die van Jacob Cornelisz. Deze onbekende meester werkte vermoedelijk ook het middenstuk bij om het geheel beter op elkaar te laten aansluiten. Met name de gezichtjes van het Christuskind en de twee engeltjes op de voorgrond zijn duidelijk niet afkomstig uit het atelier van Jacob Cornelisz.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 25.b

De heilige Maria Magdalena, 1519

1519 (gedateerd)
48 x 40 cm
St. Louis (USA), Saint Louis Art Museum

Maria Magdalena is vaak te zien temidden van de omstanders op voorstellingen van de Kruisiging. Hier heeft Jacob Cornelisz. haar in haar eentje afgebeeld, ten halven lijve, in een binnenruimte met een venster dat uitkijkt op een landschap met water en een rotspartij. Haar handen rusten op de zalfpot, haar gebruikelijke attribuut in de middeleeuwse iconografie.

Jacob heeft in dit schilderij uiteenlopende materialen meesterlijk weergegeven: de glazen zalfpot, het geweven kleed op de voorgrond, de wapperende haren van de heilige en haar kostbare juwelen zijn met zoveel precisie en zo levensecht weergegeven, dat ze bijna van het paneel los lijken te komen.

Op de pilaar van het boogvenster links staat de datering ‘ANNO D[omi]NI 1519’. Het is niet bekend in wiens opdracht Jacob dit werk heeft geschilderd. Gezien de omvang en de voorstelling is het waarschijnlijk dat het voor privédevotie heeft gediend, bijvoorbeeld in een woonhuis of een kloostercel.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 34

 

De brillenverkoopster / “Lx siin tiid”, na 1520

49 x 35 cm
Verenigde Staten, particuliere collectie

Dat Jacob Cornelisz. van Oostsanen een van de eerste schilders is, die schilderijen maakte met een ‘genre’ karakter blijkt uit De brillenverkoopster. Het drijft de spot met diegenen die met geld een jongere partner denken te kunnen krijgen. Op de achtergrond houdt een oude vrouw een jonge man een grote pot gevuld met munten voor, waar hij in graait terwijl hij de vrouw omhelst. Maar tegelijkertijd, naar het zich laat aanzien, laat hij zijn oog vallen op de jonge brillenverkoopster.

Op de voorgrond verkoopt de jonge vrouw een bril aan een – aan zijn kleding te oordelen – welgestelde oudere heer. Links van haar is de rest van haar winkelvoorraad te zien, zoals een zilveren kan, zilveren drinkbekers en rozenkransen.

De scène met de bril zou verband kunnen houden met het spreekwoord ‘wat baat de uil een kaars en bril, als hij niet zien en wil’. Dit spreekwoord betekent dat een uil een domme blinde vogel is, die het licht der waarheid niet kan zien, zelfs niet wanneer men hem een bril geeft en hij met een kaars bijgelicht wordt. Dit verwijst naar het dwaze gedrag van de oude ‘uil’ (tegenwoordig zouden we ‘bok’ zeggen), die denkt dat dit ‘groene blaadje’ nog belangstelling voor hem heeft, maar die het waarschijnlijk, net als de jonge man op de achtergrond, alleen om het geld te doen is.

Op de achtergrond zit een nar, symbool van dwaasheid en ‘uilenspiegel’ bij uitstek. Hij lijkt het belachelijke tafereel niet te willen aanschouwen, maar ‘het door de vingers ziend’, doet hij dat toch. Onder hem staat het toepasselijke motto ‘LX SIIN TIID’ (Elk zijn tijd).

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 36

Drieluik met de Kroning van Maria, ca. 1520-1525

Kroning van Maria (35 x 25 cm)
Heilige Andreas (32 x 18 cm)
Heilige Hiëronymus (32 x 18 cm)
Particuliere collectie

Maria met Kind op de maansikkel (30 x 18 cm)
Anna-te-drieën (31 x 15,3 cm)
Straatsburg, Musée des Beaux-Arts

Straatsburg-Maria-op-maansikkel Straatsburg-Anna-te-Drieen

Vijf panelen, verspreid over twee collecties, behoorden oorspronkelijk waarschijnlijk tot één drieluik. Het middenpaneel verbeeldt de kroning van Maria door God de Vader, Christus en de Heilige Geest (in een wit gewaad, met engelenvleugels). Twee paneeltjes in het Musée des Beaux-Arts in Straatsburg kunnen de binnenzijden van de zijluiken hebben gevormd. Ook zij bevatten Maria-voorstellingen.

Bij een veiling in 2008 in Amsterdam doken twee paneeltjes op die waarschijnlijk de (verzaagde) buitenzijden van de luiken zijn geweest, met de heiligen Andreas en Hiëronymus. Ons bestuurslid Daantje Meuwissen identificeerde deze luiken destijds als afkomstig uit het atelier van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. De privéverzamelaar die het middenpaneel al in bezit had, heeft bij deze veiling de twee zijpaneeltjes kunnen kopen zodat deze drie onderdelen van het drieluik na vele eeuwen weer herenigd werden.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 44.a-e

Allerheiligendrieluik, 1523

Jacob Cornelisz. van Oostsanen (gemonogrammeerd)
1523 (gedateerd)
Middenpaneel 88 x 55 cm, zijluiken elk 88 x 36 cm
Kassel, Staatliche Museen

Op het middelste paneel zijn bovenaan Christus, de Heilige Geest en God de Vader afgebeeld. De Drieëenheid zit op een doorzichtige bol die de wereld symboliseert. Zij worden omringd door een schaar van bijbelse figuren en heiligen, die de Drieëenheid aanbidden.

Aan de onderzijde van het middenpaneel zien we Aäron met een tak, Mozes die de tafelen der wet omhoog houdt, Jozua in een harnas met de afbeelding van een zon en David spelend op zijn harp. Alle vier zijn afkomstig uit het Oude Testament. Op Jozua’s helm zijn spiegelingen van de hem omringende figuren zichtbaar.

Op het linkerluik zit op de voorgrond Isaäk met een takkenbos onder zijn arm, met achter hem Abraham, Eva zittend naast Adam en Maria gedragen door engelen. Achter Maria staat een grote menigte vrouwelijke heiligen. In deze massa bevindt zich Catharina, herkenbaar aan een zwaard en een rad.

Op het rechterluik zitten, geknield op de voorgrond, de belangrijkste apostelen van Christus: Paulus, Petrus, Johannes de evangelist, Markus en Jacobus. Naast Jacobus zit Johannes de Doper met onder zijn arm een lam. Hiërarchisch toepasselijk is hij visueel tegenover Maria geplaatst. Op de achtergrond is hier een groot aantal mannelijke heiligen weergegeven. Het valt op dat de lichamen van Christus en Johannes de Doper zeer gespierd zijn weergegeven. Deze lichamen zijn opvallende renaissancedetails in een verder qua voorstelling nog zeer middeleeuws schilderij. Op de banderollen linksonder en rechtsonder staat Jacob Cornelisz.’s signatuur en de datering 1523.

In het schetsboek uit Jacobs atelier bevinden zich meerdere bladen met natekeningen naar dit schilderij, zowel details als een schets van de gehele compositie (waarin zelfs de datering en de signatuur zijn overgenomen).

sb_46_fol_23v

 

Portret van koningin Isabella van Denemarken, ca. 1523-1526

33 x 23 cm
Madrid, Museo Thyssen-Bornemisza

Koningin Isabella van Denemarken was een zus van Karel V. Zij is afgebeeld met op de achtergrond een venster dat uitkijkt over een landschap. Links van haar is een rechthoek afgebeeld, waarin klassiek geïnspireerde ranken en vaasvormen zijn geschilderd, met aan de onderzijde twee opzittende honden en twee staande figuren. Isabella draagt kostbare kleding en sieraden. Ze zit voor een soort balustrade met een kleed. Het is hetzelfde kleed dat voor Maria ligt op het drieluik met Maria met Kind in Berlijn. Het is mogelijk dat Jacob Cornelisz. dit kleed bezat en het als rekwisiet in zijn schilderijen gebruikte.

In 1523 werd Isabella’s echtgenoot Christiaan II van Denemarken afgezet wegens zijn tirannieke stijl van regeren. Isabella en haar echtgenoot namen de wijk naar Holland, waar zij dit portret lieten maken.

Het feit dat het atelier van Jacob Cornelisz. van Oostsanen de opdracht kreeg deze belangrijke vrouw te schilderen, zegt iets over de status die hij als kunstenaar gehad moet hebben in Holland. Een schets van dit portret bevindt zich in het schetsboek dat uit Jacobs werkplaats bewaard is gebleven.

Literatuur

Steinbart 1929, p. 243

Meuwissen en Van Leerdam 2011, p. 342-343

Salomé met het hoofd van Johannes de Doper, 1524

Jacob Cornelisz. van Oostsanen (gemonogrammeerd)
1524 (gedateerd)
73 x 53,5 cm
Amsterdam, Rijksmuseum

Salomé houdt in haar handen een grote schotel waarop, als een soort trofee, het afgehakte hoofd van Johannes de Doper ligt uitgestald. Johannes had de moeder van Salomé tegen zich in het harnas gejaagd, omdat hij haar ongepaste relatie met koning Herodes had bekritiseerd. Toen haar dochter voor Herodes op zijn verjaardag een dans had uitgevoerd, was de koning hierover dermate opgetogen, dat zij een wens mocht doen, die de koning bij voorbaat beloofde te vervullen. Zij wenste het hoofd van voornoemde Johannes de Doper. Aldus geschiedde.
Boven Salomé’s hoofd hangt in de lucht een banderol met de datering 1524.

Onderzoek heeft uitgewezen dat Jacob Cornelisz. van Oostsanen in eerste instantie het hoofddeksel van Salomé veel rijker gedetailleerd had weergegeven, conform zijn vroegere stijl. Kennelijk heeft hij, beïnvloed door al in renaissancestijl werkende kunstenaars als zijn voormalige leerling Jan van Scorel, in tweede instantie besloten het werk meer conform de in opkomst zijnde nieuwe stijl vorm te geven. Het werk staat verder onder invloed van de renaissance wat betreft de eenvoudig gehouden diepe boognis met de eenvoudig geprofileerde kapitelen en de verkorte weergave van het hoofd van Johannes de Doper. Gruwelijke details zoals Johannes de Dopers afgehakte hals, waar we recht tegen aan kijken en diens van pijn vertrokken gelaat, contrasteren met Salomé’s triomfantelijke, maar ook ongrijpbare en mysterieuze gezichtsuitdrukking, die van haar een Nederlandse Mona Lisa maken.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 52

Kruisiging, ca. 1524

65,5 x 55 cm
Gent, Museum voor Schone Kunsten

Ook deze latere Kruisiging lijkt niet te zijn ontkomen aan de versimpeling, die Jacob Cornelisz. aan het eind van zijn carrière in zijn schilderijen doorvoert. In vergelijking met de Kruisiging in het Rijksmuseum te Amsterdam is dit werk minder gedetailleerd uitgevoerd. Er zijn minder figuren aanwezig en de achtergrond vertoont geen veelheid meer aan passie-scènes die aan de kruisiging vooraf gaan.

We zien de gekruisigde Christus niet meer zoals in eerdere werken van Jacob Cornelisz. frontaal afgebeeld, maar driekwart van opzij. Maria Magdalena is afgebeeld achter de onderzijde van het kruis, met haar traditionele zalfpot, terwijl zij de voeten van Christus kust. Links op de voorgrond staat Maria in haar blauwe mantel met achter haar Johannes de Evangelist in het rood.

Volgens middeleeuwse legenden waren er, behalve de moeder van Christus, nog drie andere vrouwen bij de kruisiging aanwezig, die allen eveneens de voornaam Maria droegen. Een van de drie Maria’s staat links achter Johannes, terwijl de andere twee Maria’s rechts van het kruis op de grond zitten. In vergelijking met de Kruisiging in het Rijksmuseum zijn de overige figuren, zoals de Romeinse soldaten, niet meer aanwezig, maar trekken zij weg op de achtergrond.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 53

Saul bij de heks van Endor, 1526

Jacob Cornelisz. van Oostsanen (gemonogrammeerd)
1526 (gedateerd)
87,5 x 125 cm
Amsterdam, Rijksmuseum

Deze in de schilderkunst zeer ongebruikelijke voorstelling is zonder twijfel de meest buitenissige die Jacob Cornelisz. van Oostsanen heeft gemaakt. Het schilderij toont de heks van Endor, die zittend in een heksenkring, door middel van haar toverkunsten de profeet Samuel uit de dood wekt (1 Samuel 28:3-20). In het midden zien we Samuel als een zombie uit zijn tombe oprijzen. Saul wilde dat de heks de uitslag zou voorspellen van zijn veldslag tegen de Filistijnen. In de ‘seance’ werd Sauls nederlaag en ondergang voorspeld. Dit verzoek tot heidense tovenarij was de laatste in een reeks van God onwelgevallige daden, die ertoe leidden dat Hij zich van Saul afwendde. Op de achtergrond zien we Samuel aan Saul, ongetwijfeld in niet mis te verstane bewoordingen, zijn ongenoegen uiten over de verstoring van zijn eeuwige rust. Daarachter vindt de veldslag plaats en komen Saul en zijn zonen om het leven (1 Samuel 31:3-6).

Jacob Cornelisz. van Oostsanen voegde aan het bijbelverhaal een aantal in die tijd gangbare denkbeelden over heksen toe, zoals de op een bezemsteel rondvliegende heks. Uit dit ietwat beklemmende schilderij uit 1526 blijkt dat Jacob Cornelisz. in de laatste periode van zijn leven een ingrijpende stijlverandering heeft ondergaan. De uitermate gedetailleerde stijl uit zijn vroege werken heeft plaats gemaakt voor een aanzienlijk soberder stijl, die indruk tracht te maken op de toeschouwer door gebruik te maken van spectaculaire elementen in plaats van de toepassing van een veelheid aan (afleidende) details.

De datering en de signatuur staan aan de onderzijde – in het midden – op een geschilderd stukje ‘papier’, dat door nageltjes wordt vastgehouden. Het idee van dit ‘oogbedriegertje’ (trompe-l’oeuil) werd later ook door Jan van Scorel en Maarten van Heemskerck in hun schilderijen gebruikt.

Opmerkelijk is dat het schilderij behalve een jaartal zelfs ook een datum bevat: 29 november. Helen Wüstefeld presenteerde recent een nieuwe, plausibele theorie waarin zij deze datum verbindt aan de bijzondere voorstelling van het schilderij en politieke en actuele gebeurtenissen in 1526. Zij beschouwt het schilderij als een moralistische parodie op het gedrag van Christiaan II, de verbannen Deense koning die sinds 1523 in de Nederlanden verbleef en die zich sterk liet beïnvloeden door een Hollandse raadgeefster (Mor Sigbrit) die volgens sommigen een ‘heks’ was.

Literatuur

Jacobsbode 24, juli 2013

Wüstefeld 2011

De Verzoeking van Christus, ca. 1525-1530

163 x 90 cm
Aken, Suermondt-Ludwig Museum

Uit archiefdocumenten weten we dat Jacob Cornelisz. tussen 1526 en 1528 betaald werd voor een Heilig Kruisaltaarstuk (“heylich Cruys tafele”) voor de abdij van Egmond. Gezien de bedragen die Jacob ontving – 225 gulden verspreid over 3 jaren – moet het een monumentaal stuk zijn geweest. Een aantrekkelijke nieuwe hypothese is dat dit grote paneel met de Verzoeking van Christus (Mattheüs 4:1-11) er onderdeel van is geweest.

Dat dit schilderij deel heeft uitgemaakt van een groter geheel, is in elk geval zeker. Het is aan de boven- en rechterkant verzaagd maar was oorspronkelijk klokvormig. De golvende vorm is nog enigszins te zien die in het bovenste deel door de lucht loopt. De linkerbovenhoek is dus later aangepast. Deze klokvorm was gebruikelijk voor altaarstukken met twee of meerdere luiken. Mogelijk was het altaarstuk een vijfluik zoals het altaarstuk met de Heilige Hiëronymus uit 1511. In elk geval maakt het formaat van het bewaard gebleven paneel duidelijk dat het geheel waar het toe behoorde in opengeklapte toestand zo’n 4 meter breed moet zijn geweest. Daarmee is het het grootste werk dat we kennen van Jacob Cornelisz.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 58

Jacob Cornelisz. van Oostsanen schildert zijn vrouw Anna, ca. 1530

Dirck Jacobsz. (zoon van Jacob Cornelisz.)
62 x 48 cm
Toledo (Ohio, USA), Toledo Museum of Art

Dit bijzondere dubbelportret is gemaakt door Dirck Jacobsz., de zoon van Jacob Cornelisz. die ook schilder was en hier op een inventieve manier zijn beide ouders vastlegde. Voor Jacobs portret gebruikte Dirck een zelfportret van zijn vader als voorbeeld. Dit zelfportret is niet bewaard gebleven, maar in het Rijksmuseum in Amsterdam bevindt zich wel een portret dat qua omvang en houding heel precies overeenkomt met het werk van Dirck Jacobsz. Beide portretten moeten op hetzelfde voorbeeld, het niet bewaard gebleven zelfportret, teruggaan.

Onderzoek met röntgenfoto’s en infraroodfoto’s heeft uitgewezen dat Dirck Jacobsz. in eerste opzet van plan was zijn vader te schilderen, terwijl deze bezig was met zijn zelfportret. Later heeft hij het op de ezel staande zelfportret van zijn vader vervangen door een portret van zijn moeder,  zodat  Jacob Cornelisz. thans is afgebeeld terwijl hij bezig is zijn echtgenote te schilderen.

Recent (Meuwissen 2014) is geopperd dat het schilderij niet rond 1550 moet worden gedateerd, zoals lange tijd is gedacht, maar al rond 1530. Jacob en zijn vrouw waren toen allebei dus nog in leven. Dat maakt het minder waarschijnlijk dat het werk als memorietafel, dus ter nagedachtenis na hun dood, is vervaardigd. De argumenten voor de vroegere datering zijn de kleding van Jacobs vrouw Anna (de hoofdbedekking die zij draagt was tot ca. 1530 in de mode), haar leeftijd (ze is hier afgebeeld als hooguit 60-jarige, een leeftijd die ze rond 1530 moet hebben bereikt) en de stilistische aansluiting bij andere werken van Dirck Jacobsz. uit deze periode.

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 60

Portret van Jacob Cornelisz. van Oostsanen, 1533

Portret van Jacob Cornelisz. van Oostsanen (kopie naar een zelfportret)
Atelier Jacob Cornelisz. van Oostsanen
1533 (gedateerd)
37,9 x 29,5 cm
Amsterdam, Rijksmuseum

Lange tijd is dit portret van Jacob Cornelisz. van Oostsanen beschouwd als een zelfportret. Recent onderzoek door Daantje Meuwissen voor het Rijksmuseum heeft uitgewezen dat dit schilderij weliswaar Jacob Cornelisz. voorstelt, maar niet door hem zelf is geschilderd. Het is dus een portret en geen zelfportret.

Dat het portret in het Rijksmuseum inderdaad Jacob voorstelt, wordt bevestigd door het dubbelportret dat Jacobs zoon Dirck († 1567) van zijn ouders maakte en dat zich nu in het Toledo Museum of Art bevindt. Op dit schilderij is exact dezelfde persoon in dezelfde houding weergegeven, hier echter met penselen en een schilderstok in de hand en werkend aan het portret van zijn vrouw.

Op het portret in het Rijksmuseum is de signatuur van Jacob Cornelisz. prominent zichtbaar op een zogenaamde cartouche, een geschilderd papiertje naast de geportretteerde waarop de letters I en A staan (Iacob van Amsterdam) met daartussen het monogram van Jacob Cornelisz. Het jaartal 1533 staat eronder. Uit archiefonderzoek is echter gebleken dat Jacob mogelijk al vóór 1533 was overleden (zijn huis in Amsterdam werd in 1532 verkocht zonder dat hij daar zelf bij aanwezig was). Het portret met de datering 1533 kan dan dus geen zelfportret zijn.

Belangrijk voor de toeschrijving van het Amsterdamse portret is ook dat dit schildertechnisch sterk afwijkt van de overige schilderijen van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Zo is het verfoppervlak hard en glad, de verf dun uitgesmeerd, terwijl de meeste schilderijen van Jacob Cornelisz. zich kenmerken door dikke verflagen die tekenachtig zijn aangebracht met een klein en stevig penseel in dikke, stugge verf.

Het Amsterdamse portret en het dubbelportret in Toledo komen zo precies overeen dat er een model van dit portret in Jacobs atelier aanwezig moet zijn geweest, bijvoorbeeld een karton, dat steeds opnieuw gebruikt kon worden. In de catalogus van het Rijksmuseum uit 1986 opperden Jane Carroll en Wouter Kloek dat het portret een kopie zou kunnen zijn van een ouder zelfportret dat verloren is gegaan. Deze mogelijkheid lijkt heel plausibel. De geportretteerde is afgebeeld in een sterk gedraaide pose, die veroorzaakt moet zijn doordat de schilder van het oorspronkelijke werk zijwaarts in een spiegel heeft gekeken om zichzelf te kunnen portretteren. Het zou dan gaan om een van de oudste  Nederlandse zelfportretten, vergelijkbaar met de zelfportretten die Jacobs bekende tijdgenoot Albrecht Dürer (1471-1528) vervaardigde.

Literatuur

Jacobsbode 16, juli 2009

Meuwissen 2014, cat. 59

Het leven van Maria, 1507

Amsterdam, Doen Pietersz.
Reeks van oorspronkelijk 7 bladen
Ca. 35,0 x 25,5 cm
Gedateerd: ja
Gemonogrammeerd: ja

Dit is de vroegst bekende reeks houtsneden van Jacob Cornelisz. op groot formaat. De reeks bestond oorspronkelijk uit zeven bladen met elk vier scènes uit het leven van Maria. Het vierde blad is niet bewaard gebleven. Op elk blad zijn de scènes geplaatst in een decoratieve omlijsting. De reeks is uitgegeven door de Amsterdamse drukker Doen Pietersz., die een jarenlange samenwerking had met Jacob Cornelisz. Veel van Doen Pietersz.’ uitgaven bevatten houtsneden van Jacob Cornelisz.

Voorstellingen

 marialeven 1507 blad 1 Blad 1

  • Joachim (de vader van Maria) wordt weggestuurd uit de tempel
  • Verkondiging van de geboorte van Maria aan Joachim
  • De twaalfjarige Christus in de tempel
  • Bruiloft te Kana
 marialeven 1507 blad 2 Blad 2

  • De gouden poort
  • Geboorte van Maria
  • Christus bij Maria en Martha
  • Christus neemt afscheid van zijn moeder
marialeven 1507 blad 3 Blad 3

  • Maria in de tempel
  • Verloving van Maria
  • Kruisdraging
  • Kruisiging
 marialeven_1507_graflegging_in_omlijsting_1513 Blad 4

  • Verkondiging van de geboorte van Christus aan Maria (niet bewaard gebleven)
  • Visitatie (niet bewaard gebleven)
  • Bewening van Christus (bewaard gebleven in een andere reeks: de Zeven smarten van Maria uit 1513)
  • Graflegging van Christus (bewaard gebleven in een andere reeks: de Zeven smarten van Maria uit 1513)
marialeven_1507_christus_verschijnt_aan_maria Blad 5

  • Geboorte van Christus
  • Aanbidding der koningen
  • Christus verschijnt aan Maria
  • Opstanding van Christus
marialeven_1507_blad_6 Blad 6

  • Presentatie van Christus in de tempel
  • Vlucht naar Egypte
  • Uitstorting van de Heilige Geest
  • De dood van Maria
marialeven 1507 blad 7 Blad 7

  • Werk tijdens de vlucht naar Egypte
  • Terugkeer uit Egypte
  • Graflegging en hemelvaart van Maria

Literatuur

Steinbart 1937, nrs. 1-7

Möller 2005, p. 70-102

Meuwissen 2012 (Jacobsbode 23)

Meuwissen 2014, cat. 2.1-7

Heilige ridders, 1510

Amsterdam, Doen Pietersz.
Oorspronkelijk een reeks van 7 bladen
Afmetingen variëren, ca. 37,5 x 25 cm
Gedateerd: ja
Gemonogrammeerd: ja

In deze reeks zijn strijdbare heiligen verbeeld, gekleed in wapenrusting en gezeten op een paard. Onder elke voorstelling staat een tekst waarin de naam van de heilige wordt genoemd, gevolgd door een gebed.

Er zijn vijf bladen overgeleverd: Hubertus, Quirinus van Neuss, Joris met draak, aartsengel Michael met draak, Adrianus. Lange tijd is gedacht dat dit de complete reeks was. In de aanloop naar de tentoonstelling Van Oostsanen (2014) is echter ontdekt dat er oorspronkelijk zeven bladen geweest moeten zijn. Zo wordt de reeks namelijk beschreven in een inventaris van Ferdinand Columbus (1488-1539), de zoon van de beroemde Christoffel Columbus. Ferdinand was een fervent prentenverzamelaar, die veel werk van Jacob Cornelisz. bezat. Daaruit blijkt wel hoe groot het verspreidingsgebied van prenten was. De inventaris van Columbus’ verzameling biedt een schat aan (nieuwe) informatie, omdat er ook prenten in genoemd worden die wij niet meer kennen, zoals de twee missende ridders uit deze serie: de heilige Gandulphus en de heilige Sebastiaan.

Het blad met de heilige Adrianus moet de afsluiter van de serie zijn geweest, omdat zijn paard als enige naar links rijdt in plaats van naar rechts.

hubertus_1510 ridders_quirinus_van_neuss ridders_joris ridders_michael ridders_hadrianus

Literatuur

Steinbart 1937, nrs. 8-12

Möller 2005, p. 217

Meuwissen 2014, cat. 9.1-5

De vlucht naar Egypte, 1511

1 blad
Diameter 23,5 cm
Gedateerd: ja
Gemonogrammeerd: ja

Het is niet precies bekend in welke ‘context’ deze houtsnede is gemaakt. Mogelijk was het de bedoeling dat er een grotere serie van ronde houtsneden zou komen met voorstellingen uit het leven van Maria, een thema dat Jacob Cornelisz. ook al in een serie uit 1507 had verbeeld. In 1511, het jaartal dat prominent op de voorgrond van deze houtsnede valt te lezen, begon Jacob eveneens aan een reeks van twaalf ronde houtsneden van de Passie van Christus.

Literatuur

Steinbart 1937, nr. 15

Möller 2005, p. 217

Anna te drieën met noodhelpers, ca. 1511

Amsterdam
Reeks van 3 bladen
Afmetingen variëren
Gedateerd: nee
Gemonogrammeerd: ja

Op elk van de drie bladen in deze reeks zijn vier hoofdfiguren verbeeld. De heilige Anna, haar dochter Maria en het kindje Jezus (‘Anna te drieën’) zijn op de rechterhelft van het eerste blad te zien. De overige figuren in de reeks zijn allemaal heiligen. Een deel van hen behoort tot de zogenoemde noodhelpers, een groep van heiligen die in de Middeleeuwen bijzondere verering genoten vanwege hun bescherming tegen allerlei aandoeningen en gevaren.

Voorstellingen

anna_te_drieen_1

Blad 1, v.l.n.r.:

  • Hadrianus (Adrianus)
  • Antonius
  • Anna te drieën (links Maria met het Christuskind op haar schoot, rechts haar moeder Anna)

Hadrianus en Antonius werden beiden vereerd als beschermheiligen tegen de pest.

anna_te_drieen_2

Blad 2, v.l.n.r.:

  • Sylvester
  • Martinus
  • Nicasius
  • Bernardus

anna_te_drieen_3

Blad 3, v.l.n.r.:

  • Rochus met een engel
  • Christoffel
  • Sebastiaan

Ook deze drie heiligen werden vereerd om hun bescherming tegen de pest.

Literatuur

Steinbart 1937, nrs. 16-18

Möller 2005, p. 217

Grote Calvarieberg, ca. 1511-12

1 blad
Ca. 49,5 x 35,5 cm
Gedateerd: nee
Gemonogrammeerd: ja

Deze enorme prent van bijna een halve meter hoog is de grootste houtsnede die we kennen van Jacob Cornelisz. Door het midden van de voorstelling is hier en daar een horizontale streep van zwarte inkt zichtbaar: hieraan is te zien dat de houtsnede uit twee losse blokken bestaat, die na elkaar werden gedrukt.

De voorstelling komt nauw overeen met het schilderij van de Kruisiging uit Jacobs werkplaats, dat zich nu in The Bowes Museum in Durham (Groot-Brittannië) bevindt.

Literatuur

Steinbart 1937, nr. 19

Möller 2005, p. 217

De zeven smarten van Maria, 1513

Amsterdam, Doen Pietersz.
Reeks van oorspronkelijk 7 bladen
36,4 x 23,7 cm
Gedateerd: ja
Gemonogrammeerd: ja

In deze reeks, die in 1513 door de Amsterdamse drukker Doen Pietersz. werd uitgegeven, worden diverse houtsneden uit de reeks Het leven van Maria uit 1507 hergebruikt. Ook hier is elke scène voorzien van een decoratieve omlijsting. Op elk blad in deze reeks zijn de omlijsting, de voorstelling en de korte tekst erbij apart gedrukt; ieder blad uit de reeks onderging dus drie zogenaamde drukgangen voordat het was voltooid. Doen Pietersz. heeft voor deze reeks dus zijn houtblokken van Het leven van Maria uit 1507 verzaagd: de voorstellingen zijn uitgezaagd en hier in een andere omlijsting geplaatst.

Voorstellingen

7_smarten_maria_1513_voorspelling_simeon_1513 marialeven_1507_kruisdraging_in_omlijsting_1513 marialeven_1507_kruisiging_in_omlijsting_1513 marialeven_1507_bewening marialeven_1507_graflegging_in_omlijsting_1513

  1. Blad 1: Voorspelling van Simeon
  2. Blad 2: Vlucht naar Egypte (niet bewaard gebleven)
  3. Blad 3: De twaalfjarige Jezus in de tempel (niet bewaard gebleven, mogelijk de houtsnede uit blad 1 van de reeks Het leven van Maria, 1507)
  4. Blad 4: Kruisdraging (houtsnede uit blad 3 van de reeks Het leven van Maria, 1507)
  5. Blad 5: Kruisiging (houtsnede uit blad 3 van de reeks Het leven van Maria, 1507)
  6. Blad 6: Bewening (houtsnede uit blad 4 van de reeks Het leven van Maria, 1507)
  7. Blad 7: Graflegging (houtsnede uit blad 4 van de reeks Het leven van Maria, 1507)

Literatuur

Steinbart 1937, nrs. 33, 3, 4

Möller 2005, p. 102-107

 

Grote ronde Passie, ca. 1511-1514

Amsterdam, Doen Pietersz., ca. 1511-1514, omlijsting 1517
Reeks van 12 bladen
Ca. 35 x 28,5 cm
Gedateerd: omlijsting wel (1517), voorstellingen niet
Gemonogrammeerd: ja

Waar veel laatmiddeleeuwse houtsnedenreeksen fragmentarisch bewaard zijn gebleven, is deze twaalfbladige serie met het lijden van Christus in zijn geheel overgeleverd. Het Rijksmuseum heeft de hele reeks compleet in zijn collectie, in een omlijsting van 1517. Eerder was de reeks al met andere, ronde omlijstingen verschenen (in die versie is de serie niet compleet overgeleverd).

De voorstellingen beginnen bij het Laatste Avondmaal en eindigen met de Verrijzenis van Christus. Elk blad is gedrukt met vier houtblokken: de ronde voorstelling, twee blokken voor de rechthoekige omlijsting, en een apart blok voor de Latijnse tekst onder de voorstelling.

grote-ronde-passie-verrijzenis

Veel van Jacobs collega’s brachten in deze periode ook prentreeksen met de Passie uit; Jacob sloot dus aan bij een populair onderwerp. De Grote Passie van Albrecht Dürer (1511) is waarschijnlijk de bekendste. Jacob zal zich zeker ook hebben laten inspireren door de reeks ronde gravures van Lucas van Leyden uit 1509.

Jacobs Grote ronde Passie vormde op zijn beurt weer een inspiratiebron voor andere kunstenaars. Zo zijn verschillende composities eruit overgenomen in de gewelfschilderingen in Naarden. Ook gewelfschilderingen in het Friese Terkaple, die in de 19e eeuw verloren zijn gegaan maar waarvan wel natekeningen bekend zijn, vertonen duidelijk de invloed van Jacobs composities.

Literatuur

Steinbart 1937, nrs. 20-31

Möller 2005, p. 108-145

Website Rijksmuseum (verzameling ‘Grote ronde Passie’ in de Rijksstudio van de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen)

Meuwissen 2014, cat. 11.1-12

Graven en gravinnen van Holland, 1518

Amsterdam, Doen Pietersz.
Reeks van 9 bladen
Ca. 25 x 25 cm
Gedateerd: ja
Gemonogrammeerd: ja

Als een lange ruiterstoet, verspreid over 9 bladen, trekken 29 graven en 5 gravinnen van Holland aan de beschouwer voorbij. De graven zitten op paarden, de gravinnen op muilezels. De reeks begint met Dirk I en II (10e eeuw) en eindigt met Karel V, die ten tijde van het verschijnen van deze reeks nog geen keizer van het Heilige Roomse Rijk was (dat werd hij in 1519) maar koning van Spanje.

Jacob Cornelisz. heeft duidelijk zijn best gedaan om zo veel mogelijk variatie aan te brengen in de houdingen van de figuren en hun rijdieren. Van de meeste graven was niet bekend hoe ze eruit hebben gezien, dus afgezien van de laatsten in de reeks (Maximiliaan I en Karel V) zien we hier geen realistische portretten. Van sommige graven zien we zelfs helemaal geen gezicht, omdat ze naar achteren kijken of een helm met vizier dragen. Toch zijn ze herkenbaar, namelijk aan hun wapenschilden en aan de onderschriften. Ook verwerkte Jacob soms historische informatie in zijn weergave van de figuren. Zo is Floris II (1085-1122), bijgenaamd de Vette, afgebeeld als een dikke man.

graven-holland-florisII

Er zijn twee uitgaven van deze serie bekend: een met Franse teksten (met dagtekening 1.4.1518 en de naam van Doen Pietersz.) en een met Latijnse teksten (met een opdracht aan Karel V). De houtblokken werden later versneden en fragmenten ervan nam de Antwerpse drukker Jan van Doesborch op in zijn uitgave uit 1530 van de “Cronicke van Brabant”.

Literatuur

Steinbart 1937, nrs. 34-47

Website Rijksmuseum (enkele bladen uit deze serie in de collectie, zie de Rijksstudio van de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen)

Meuwissen 2014, cat. 33.1-4

Dat licht der kersten, 1518

P. Ximenez de Prexano, Dat licht der kersten
Brussel, Thomas van der Noot
Houtsnede op titelblad
16,1 x 14,9 cm
Gedateerd: nee
Gemonogrammeerd: nee

In 1518 gaf de Brusselse drukker Thomas van der Noot een uit het Spaans vertaalde tekst van P. Ximenez de Prexano uit onder de titel Dat licht der kersten. De tekst is niet geïllustreerd, maar het titelblad bevat wel een houtsnede van Jacob Cornelisz. Het is bekend dat deze tekst ook werd verkocht door de Amsterdamse drukker Doen Pietersz., voor wie Jacob vele houtsneden heeft gemaakt. Het is dan ook waarschijnlijk dat Thomas van der Noot de houtsnede via zijn Amsterdamse collega heeft verworven. Er is geen Amsterdamse editie bewaard gebleven met deze houtsnede erin.

Voorstelling

In een grote stralenkrans, omgeven door wolken, verschijnt Christus als halffiguur. In zijn linkerhand houdt hij een wereldbol en een kruis vast, met zijn opgeheven rechterhand maakt hij een zegenend gebaar.

Literatuur

Steinbart 1937, nr. 52

Möller 2005, p. 237

Het leven van Christus met sibyllen, deugden en ondeugden, ca. 1521-1523

Amsterdam, Doen Pietersz.
7 houtsneden, ieder gedrukt van 6 blokken in een omlijsting
Ca. 36-38 x 26 cm
Gedateerd: nee
Gemonogrammeerd: ja

Deze complexe houtsneden vormden samen een imposant fries van bijna twee meter lang. Voor elk blad werden maar liefst 6 houtblokken en een omlijsting gebruikt: twee scènes uit het leven van Christus in de bovenste helft (houtsneden van Jacob Cornelisz.), twee sibyllen in de onderste helft en in het midden een deugd en een ondeugd onder elkaar (naar ontwerpen van Lucas van Leyden). De omlijsting is vermoedelijk niet van Jacob of Lucas maar van een onbekende kunstenaar.

Uitgever Doen Pietersz. gebruikte in deze serie 9 houtsneden van Jacob Cornelisz. uit de Passio Domini Nostri uit 1523. Hij bracht de serie in meerdere talen uit: een met teksten in het Nederlands en Latijn, en een met teksten in het Frans. De teksten leggen uit hoe de sibyllen, zieneressen uit de Oudheid, de komst van Christus al hebben voorspeld. Dit is een mooi voorbeeld van hoe men in de Middeleeuwen antieke tradities wist in te lijven in het christelijke gedachtengoed.

Literatuur

Möller 2005, pp. 185-188

Website Rijksmuseum (enkele bladen uit deze serie in de collectie, zie de Rijksstudio van de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen)

Meuwissen 2014, cat. 49.1-4

Alardus Amstelredamus, Passio Domini nostri…, 1523

Alardus Amstelredamus, Passio Domini Nostri Iesu Christi (de ‘kleine vierkante Passie’)
Amsterdam, Doen Pietersz., 2 april 1523
64 paginagrote houtsneden
10,9-11,0 x 7,60-7,90 cm
Gedateerd: 1520 (Steinbart nr. 78), 1521 (Steinbart nrs. 74, 80, 87, 92, 94)
Gemonogrammeerd: ja, behalve Steinbart nrs. 55, 66, 81, 84, 107

Deze rijk geïllustreerde uitgave van de Amsterdamse drukker Doen Pietersz. verscheen op 2 april 1523, zoals op het titelblad staat vermeld. Het boek bevat Latijnse teksten over de Passie van Christus van 19 vooraanstaande auteurs, die zijn verzameld door de Amsterdamse humanist Alardus (1491-1544). De teksten, gedrukt op de rechterpagina, gaan steeds vergezeld van een houtsnede op de linkerpagina. Niet alle houtsneden hebben betrekking op de Passie; ook de Zondeval en gebeurtenissen uit het leven van Jezus vanaf zijn jeugd zijn in de illustratiereeks opgenomen.

Uit een brief van Alardus, die als voorwoord is afgedrukt, blijkt dat het initiatief voor deze uitgave kwam van Pompeius Occo (1465-1537), een rijke Amsterdamse koopman, bankier en kunstliefhebber en de belangrijkste mecenas van Jacob Cornelisz. van Oostsanen.

Doen Pietersz. hergebruikte de houtsneden voor deze uitgave in een aantal andere uitgaven: de Stomme Passye uit de jaren 20 van de 16de eeuw, een Biblia Pauperum, een reeks Sibyllen en een reeks deugden en ondeugden.

Voorstellingen

De houtsneden verbeelden de volgende thema’s:

  • Zondeval
  • Verdrijving uit het paradijs
  • Verkondiging
  • Visitatie (bezoek van Maria aan haar nicht Elizabeth)
  • Geboorte van Christus
  • Aanbidding der koningen
  • Presentatie in de tempel
  • Vlucht naar Egypte
  • De twaalfjarige Jezus in de tempel
  • De doop van Christus
  • Verzoeking van Christus in de woestijn
  • Christus en de hoofdman van Kapernaüm
  • Christus in het huis van de Farizeeërs
  • Genezing van een blinde
  • Aankondiging van het lijden van Christus
  • Opwekking van Lazarus
  • Intocht in Jeruzalem
  • Verdrijving van de handelaren uit de tempel
  • Christus in het huis van de Farizeeërs
  • Verraad door Judas
  • Christus neemt afscheid van zijn moeder
  • Viering van het Pesach-maal
  • Voetwassing
  • Laatste Avondmaal
  • Christus in de hof van Getsemane
  • Christus wekt de slapende discipelen
  • De dienaars van de Farizeeërs vallen ter aarde
  • Judaskus
  • Gevangenneming van Christus
  • Christus voor Annas
  • Verloochening door Petrus
  • Christus voor Kaiafas
  • Bespotting van Christus
  • Christus voor Pilatus
  • Christus wordt van Herodes weggebracht
  • Maria vol van smart, met Jozef
  • Christus wordt van Pilatus weggebracht
  • Geseling
  • Doornenkroning
  • Ecce Homo
  • Pilatus wast zijn handen in onschuld
  • Maria vol van smart
  • Kruisdraging
  • Zweetdoek van Veronika
  • Christus wordt ontkleed
  • Kruisnageling
  • Christus aan het kruis tussen de twee misdadigers
  • Soldaat steekt zijn lans in Christus’ zij
  • Christus aan het kruis met Maria en Johannes
  • Christus in het voorgeborchte
  • Kruisafneming
  • Bewening
  • Graflegging
  • Opstanding
  • Christus verschijnt aan zijn moeder
  • De drie vrouwen bij het lege graf
  • Christus als tuinman
  • Christus en de Emmaüsgangers
  • De ongelovige Thomas
  • Hemelvaart
  • Uitstorting van de Heilige Geest
  • Laatste Oordeel
  • Maria vol van smart
  • Maria als koningin van de hemel
  • Vijf wapenschilden

alardus_passio_1523_zondeval alardus_passio_1523_christus_weggevoerd alardus_passio_1523_maria_schmerzensmutter alardus_passio_1523_bewening alardus_passio_domini_nostri_1523_wapenschilden

Literatuur

Steinbart 1937, nrs. 54-119

Möller 2005, p. 166-178

Meuwissen 2014, cat. 47.a.1-8, b, c, d, e

 

Alardus Amstelredamus, Ritus Edendi…, 1523

Alardus Amstelredamus, Ritus edendi paschalis agni […]
Amsterdam, Doen Pietersz., 1523 (gedateerd)
3 houtsneden (Laatste Avondmaal uit de Kleine Passie, het Mirakel van Amsterdam, portret van de auteur)
Gedateerd: 1518 (Mirakel van Amsterdam), 1523 (portret van Alardus)
Gemonogrammeerd: ja (Mirakel van Amsterdam en Laatste Avondmaal)

Alardus_Ritus_Edendi_Mirakel_van_Amsterdam

De bundel Ritus Edendi bevat preken op rijm van de geleerde en humanist Alardus van Amsterdam (1491-1544), geïllustreerd met drie houtsneden van Jacob Cornelisz. Er is een document bewaard gebleven van 16 november 1522, waarin Alardus opdracht geeft aan Doen Pietersz. om dit boek te drukken.

Literatuur

Steinbart 1937, nrs. 50, 77, 157

Möller 2005, pp. 203-205

Meuwissen 2014, cat. 51

Bekijk het volledige boek Ritus Edendi online

Oudtestamentische profeten, ca. 1523

Amsterdam, Doen Pietersz.
14 houtsneden met ornamentele omlijsting
15,5-15,7 x 9,6-12,2 cm
Gedateerd: nee
Gemonogrammeerd: nee

Deze profeten uit het Oude Testament vallen vooral op door hun markante tronies. Niet alle bladen uit de serie zijn bewaard gebleven. De teksten onder de profeten verduidelijken wie ze zijn: onder andere Hosea, Amos, Joël, Micha, Jeremia, Jesaja, Habakuk, Maleachi, Ezechiël.

profeet-Amos

De serie was bedoeld als uitbreiding op een reeks die eveneens fragmentarisch bewaard is gebleven: het Credo (artikelen van de geloofsbelijdenis), in 1520 gepubliceerd door Doen Pietersz. met 7 houtsneden van Jacob Cornelisz.

De ornamentele omlijstingen rondom de profeten zijn gedrukt met aparte houtblokken. Er zijn twee verschillende varianten gebruikt.

Literatuur

Steinbart 1937, nrs. 147, 148, 151, 154, 156

Möller 2005, 158-159

Website Rijksmuseum (enkele bladen uit deze serie in de collectie, zie de Rijksstudio van de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen)

Meuwissen 2014, cat. 48.1-5

Stomme passye met storien wt den bybel…, na 1526

Stomme passye met storien wt den bybel ende Euangelien tot lxxx fighuren toe
Amsterdam, Doen Pietersz.
80 houtsneden
Ca. 10,9-11,0 x 7,60-7,90 cm
Gedateerd: sommige houtsneden uit de serie
Gemonogrammeerd: ja

Zoals de titel van deze uitgave al zegt (Stomme passye) bevat dit boek vrijwel geen tekst maar hoofdzakelijk afbeeldingen. De enige tekst is de korte inleiding die aan de houtsnedenreeks voorafgaat. In deze uitgave hergebruikt Doen Pietersz. maar liefst 61 van Jacob Cornelisz.’s houtsneden voor de Passio Domini nostri uit 1523. Daarnaast zijn er nog drie houtsneden die door Jacob zijn gemaakt of in elk geval naar een ontwerp van hem. De overige houtsneden zijn van andere kunstenaars: negen houtsneden worden in verband gebracht met Lucas van Leyden, drie met Jan Wellensz. de Cock. en van de overige zijn de makers niet bekend.

Opwekking van de jongeling te Naïn

Voorstellingen

  • Titelblad met drukkersmerk van Doen Pietersz. (maker onbekend)
  • De Schepping (maker onbekend)
  • God bestraft Adam en Eva (maker onbekend)
  • Zondeval (uit Passio Domini nostri)
  • God vervloekt Adam en Eva (naar ontwerp van Jacob Cornelisz.)
  • Verdrijving uit het paradijs (uit Passio Domini nostri)
  • Offer van Kaïn en Abel (Jan Wellensz. de Cock)
  • Kaïn doodt Abel (Lucas van Leyden)
  • Adam en Eva treuren om Abel (Jan Wellensz. de Cock)
  • De dood van Kaïn (Jan Wellensz. de Cock)
  • De ark van Noach (maker onbekend)
  • Verloving van Maria en Jozef (Jacob Cornelisz., uit het Leven van Maria, 1507)
  • Verkondiging (uit Passio Domini nostri)
  • Visitatie (uit Passio Domini nostri)
  • Geboorte van Christus (uit Passio Domini nostri)
  • De besnijdenis (Lucas van Leyden)
  • Aanbidding der koningen (uit Passio Domini nostri)
  • Presentatie in de tempel (uit Passio Domini nostri)
  • Vlucht naar Egypte (uit Passio Domini nostri)
  • De twaalfjarige Jezus in de tempel (uit Passio Domini nostri)
  • De doop van Christus (uit Passio Domini nostri)
  • Beproeving van Christus in de woestijn (uit Passio Domini nostri)
  • De opwekking van de jongeman in Nain (Jacob Cornelisz.)
  • Christus en de Samaritaanse vrouw (Lucas van Leyden)
  • Christus en de hoofdman van Kapernaüm (uit Passio Domini nostri)
  • Christus dreigt gestenigd te worden (Lucas van Leyden)
  • Christus en de overspelige vrouw (Lucas van Leyden)
  • Christus preekt (Lucas van Leyden)
  • Het hoofdgeld (Lucas van Leyden)
  • Genezing van een blinde (uit Passio Domini nostri)
  • Aankondiging van het lijden van Christus (uit Passio Domini nostri)
  • Opwekking van Lazarus (uit Passio Domini nostri)
  • Christus in het huis van de Farizeeërs (uit Passio Domini nostri)
  • Intocht in Jeruzalem (uit Passio Domini nostri)
  • Verdrijving van de handelaren uit de tempel (uit Passio Domini nostri)
  • Christus neemt afscheid van zijn moeder (uit Passio Domini nostri)
  • Verraad door Judas (uit Passio Domini nostri)
  • Viering van het Pesach-maal (uit Passio Domini nostri)
  • Voetwassing (uit Passio Domini nostri)
  • Laatste Avondmaal (uit Passio Domini nostri)
  • Christus in de hof van Getsemane (uit Passio Domini nostri)
  • Christus wekt de slapende discipelen (uit Passio Domini nostri)
  • De dienaars van de Farizeeërs vallen ter aarde (uit Passio Domini nostri)
  • Judaskus (uit Passio Domini nostri)
  • Gevangenneming van Christus (uit Passio Domini nostri)
  • Christus voor Annas (uit Passio Domini nostri)
  • Christus voor Kaiafas (uit Passio Domini nostri)
  • Bespotting van Christus (uit Passio Domini nostri)
  • Verloochening door Petrus (uit Passio Domini nostri)
  • Maria vol van smart, met Jozef (uit Passio Domini nostri)
  • Christus wordt voor Pilatus gebracht (uit Passio Domini nostri)
  • Christus wordt van Herodes weggebracht (uit Passio Domini nostri)
  • Christus wordt van Pilatus weggebracht (uit Passio Domini nostri)
  • Geseling (uit Passio Domini nostri)
  • Doornenkroning (uit Passio Domini nostri)
  • Ecce Homo (uit Passio Domini nostri)
  • Pilatus wast zijn handen in onschuld (uit Passio Domini nostri)
  • Kruisdraging (uit Passio Domini nostri)
  • Zweetdoek van Veronika (uit Passio Domini nostri)
  • Christus wordt ontkleed (uit Passio Domini nostri)
  • Kruisnageling (uit Passio Domini nostri)
  • Christus aan het kruis tussen de twee misdadigers (uit Passio Domini nostri)
  • Soldaat steekt zijn lans in Christus’ zij (uit Passio Domini nostri)
  • Christus in het voorgeborchte (uit Passio Domini nostri)
  • Christus aan het kruis met Maria en Johannes (uit Passio Domini nostri)
  • Kruisafneming (uit Passio Domini nostri)
  • Bewening (uit Passio Domini nostri)
  • Graflegging (uit Passio Domini nostri)
  • Opstanding (uit Passio Domini nostri)
  • Christus verschijnt aan zijn moeder (uit Passio Domini nostri)
  • De drie vrouwen bij het lege graf (uit Passio Domini nostri)
  • Christus als tuinman (uit Passio Domini nostri)
  • Christus en de Emmaüsgangers (uit Passio Domini nostri)
  • De ongelovige Thomas (uit Passio Domini nostri)
  • Hemelvaart (uit Passio Domini nostri)
  • Uitstorting van de Heilige Geest (uit Passio Domini nostri)
  • Maria als koningin van de hemel (uit Passio Domini nostri)
  • Laatste Oordeel (uit Passio Domini nostri)
  • Kroning van Maria (Lucas van Leyden)
  • Maansikkelmadonna (Lucas van Leyden)

Literatuur

Steinbart 1937, nrs. 54-119.

Möller 2005, p. 178-181, 232-233.

 

Alkmaar, Grote of St. Laurenskerk

Op het houten gewelf in het koor van de Grote Kerk in Alkmaar is nog altijd het imposante Laatste Oordeel te bewonderen, dat in 1519 voltooid is. Elders in de kerk werd het gewelf verfraaid met decoratieve schilderingen met bloemmotieven. Het jaartal 1519 staat vermeld op een van de schilderingen in het zuidtransept.

Over de toeschrijving van deze gewelfschilderingen is de nodige discussie geweest. Aan het begin van de 20ste eeuw, toen de panelen zich in het Rijksmuseum te Amsterdam bevonden en daar werden gerestaureerd, schreef men de schilderingen toe aan Jacob Cornelisz. Vanaf 1911 werd echter Jacobs broer, Cornelis Buys, als de maker ervan genoemd. In een document uit 1516 wordt een betaling aan Cornelis Buys vermeld voor een gewelfschildering in het schip van de kerk. Op grond daarvan veronderstelde men dat hij de schilderingen, inclusief het Laatste Oordeel, had vervaardigd.

Tussen 2003 en 2011 is het Laatste Oordeel volledig gerestaureerd, onder leiding van Willem Haakma Wagenaar en Edwin van den Brink. Haakma Wagenaar is na uitvoerige bestudering van de schilderingen tot de conclusie gekomen dat ze wel degelijk door Jacob Cornelisz. gemaakt moeten zijn. Karakteristieke elementen in de schilderstijl, zoals gezichten en modellering van de figuren en penseelvoering, duiden volgens Haakma Wagenaar onmiskenbaar op de hand van Jacob Cornelisz. zoals we die uit zijn andere werken kennen. Cornelis Buys, Jacobs broer, kan volgens hem als “meewerkend opzichter” bij de schilderwerkzaamheden betrokken zijn geweest. In Jacobsbodes 9 en 10 heeft Haakma Wagenaar uitvoerig geschreven over de restauratiewerkzaamheden, de geschiedenis en de maker van de Alkmaarse panelen.

Op www.gewelfschilderingalkmaar.nl leest u alles over de gewelfschildering en de restauratiewerkzaamheden en kunt u afbeeldingen van alle delen van het gewelf in hoge kwaliteit bekijken.

Ter gelegenheid van de onthulling van de gerestaureerde gewelfschildering op 8 oktober 2011 maakte Duinzand Projecten deze film over de schilderingen en hun betekenis:

Beeldlijn Media heeft van de restauratie van het Laatste Oordeel deze korte introductiefilm gemaakt als teaser voor een langere documentaire.

Warmenhuizen, St. Ursulakerk

De schilderingen op het koorgewelf van de Ursulakerk in Warmenhuizen zijn omstreeks 1530 vervaardigd, hoogstwaarschijnlijk door Jacob Cornelisz. Ze verbeelden vier Oudtestamentische verhalen (de Dans om het gouden kalf, de Mannaregen, de Ontmoeting van Abraham en Melchizedek en de Doortocht door de Rode Zee) en het Laatste Oordeel.

In de 19de eeuw werden de gewelfschilderingen overgebracht naar het Rijksmuseum in Amsterdam, maar na een omvangrijke restauratie van de kerk rond 1960 keerden ze terug op hun oorspronkelijke plek. Aan het eind van de 20ste eeuw zijn ze gerestaureerd door Willem Haakma Wagenaar.

 

Hoorn, Grote Kerk

De gewelfschilderingen die Jacob Cornelisz. in 1522 aanbracht in de Grote Kerk in Hoorn zijn niet bewaard gebleven. In 1838 werd de kerk door brand verwoest.

Jacobs werk aan de gewelfschilderingen, die klaarblijkelijk onder andere het Laatste Oordeel voorstelden, wordt vermeld in de stadskroniek van de Hoornse arts en historicus Velius, gepubliceerd in 1648:

“Dit Jaer 1522, is gheschildert het oordeel aen ‘t achter voorhemelt vande Kerck also ock de schilderyen boven ‘t Choor deur eenen Jakob Cornelisz. geboortigh van Oostzanen was woonachtigh tot Amsterdam een Man seer voortreftigh in syn konst.”

Naarden, Grote Kerk

In het verleden zijn de gewelfschilderingen in de Grote Kerk van Naarden wel aan Jacob Cornelisz. toegeschreven, maar thans zijn kunsthistorici het erover eens dat er meerdere kunstenaars aan de schilderingen hebben gewerkt. Het is niet zeker of ook Jacob een bijdrage heeft geleverd. Wel is zeker dat meerdere voorstellingen op het houten tongewelf zijn gekopieerd naar houtsneden van Jacob Cornelisz., vooral uit zijn Grote ronde Passie.

De schilderingen dateren uit 1518 en verbeelden taferelen uit het lijden van Christus, telkens vergezeld van een “prefiguratie”, oftewel een overeenkomstig, parallel verhaal uit het Oude Testament. Zo is het verhaal van Elia die in een vurige wagen ten hemel voer (2 Kon.2:11) de prefiguratie van Christus’ hemelvaart. De reeks afbeeldingen besluit in het koor van de kerk met het Laatste Oordeel.

naardenelia

Naarden, Grote Kerk, Hemelvaart van Elia

naardenhemelvaart

Naarden, Grote Kerk, Hemelvaart van Christus

Beschrijvingen van alle voorstellingen en kleurenafbeeldingen zijn te vinden op de website van de Grote Kerk van Naarden.

Boekpresentatie Zaanse Parels op 14 september


Met een veelzijdig programma op meerdere locaties, vooral op de Zaanse Schans en in Zaandijk, wordt op 14 september het nieuwe boek Zaanse Parels gepresenteerd. Dit is het vervolg op het succesvolle boek en de website KijkZaans.nl. In het boek wordt onder andere het monument voor Jacob Cornelisz. van Oostsanen op het Kerkplein in Oostzaan uitgelicht. Ook Eva Stache, architect en ontwerpster van het monument voor Jacob, is een van de ‘Zaanse parels’.

Bij de boekpresentatie geven Egbert en Barbara van Wijk, oprichters van onze stichting, een lezing (om 14.00 uur op de Zaanse Schans in restaurant De Hoop op d’Swarte Walvis). Eva Stache geeft deze dag eveneens een lezing (zelfde locatie, 13.00 uur). Behalve Zaanse Parels zal ook onze uitgave van het schetsboek uit Jacobs werkplaats, Het vroegste Amsterdamse schetsboek, te koop zijn.

In Zaanse Parels laten interviews, kunstwerken, foto’s, gedichten, verhalen en recepten zien wat de kracht en de charme is van de Zaanstreek. Voor elke Zaanse plaats worden de tips aan de hand van een plattegrond toegelicht.

Meer informatie over de boekpresentatie:

Het boek wordt in een eenmalige oplage gedrukt. Al meer dan 2500 mensen hebben een exemplaar besteld. Wilt u er ook een hebben, bestel dan alvast op http://kijkzaans.nl/bestel of ga vanaf 16 september snel naar een van de Zaanse verkoopadressen (vermeld op de website). Op = op!

 

Datum: 14 september 2014

Locaties: Zaandijk, Koog aan de Zaan, Zaanse Schans

Toegang: De meeste programmaonderdelen zijn gratis toegankelijk, bij enkele onderdelen is vooraf reserveren noodzakelijk en betaalt u (ter plekke) een entreebedrag.

Stichting stopt ermee


Nu Jacob een monument heeft gekregen (in 2010), de schitterende tentoonstelling Van Oostsanen – De eerste Hollandse meester er is gekomen en wij Het vroegste Amsterdamse schetsboek – de reproductie van het schetsboek uit Jacobs atelier – hebben gepubliceerd, zijn onze drie grootste dromen in vervulling gegaan. Als stichtingsbestuur constateren wij dat onze doelstelling om Jacobs werk bekender te maken bij een breed publiek, bereikt is. Wij hebben daarom besloten de stichting te beëindigen.

Het is vanaf nu niet meer mogelijk om lid te worden of bestellingen te plaatsen. In september 2014 verschijnt de laatste Jacobsbode. Deze website, www.jacobcornelisz.nl, blijft voorlopig voortbestaan als naslagwerk en als getuigenis van alles wat er in de afgelopen jaren is gebeurd rondom Jacob. Ook blijft Het vroegste Amsterdamse schetsboek gewoon verkrijgbaar via de boekwinkel en via de website (zolang de voorraad strekt).

Beginnen en eindigen met een tentoonstelling

We zijn bijzonder trots en blij dat Jacob met de tentoonstelling in het Stedelijk Museum Alkmaar en het Amsterdam Museum de brede bekendheid heeft gekregen die hij verdient, en waar wij ons als stichting al sinds het jaar 2000 voor hebben ingezet. Onze stichting begon destijds óók met een overzichtstentoonstelling, maar dan van replica’s op ware grootte van enkele tientallen schilderijen en houtsneden. Een groot succes, met veel media-aandacht en maar liefst 400 leden voor de stichting tot gevolg. Maar er gaat natuurlijk niets boven het ‘echte werk’. Dat het ooit zo ver zou komen met Jacob, hadden we in 2000 niet durven dromen.

Op het blog op de tentoonstellingswebsite staat een leuk artikel over de ontstaansgeschiedenis van onze stichting.

Veel dank aan onze leden

Wij willen alle leden heel hartelijk bedanken voor hun steun en betrokkenheid bij ons werk. Dat ging bij velen van hen beduidend verder dan het overmaken van een jaarlijkse bijdrage. U bezocht onze lezingen en rondleidingen, reageerde op artikelen in de Jacobsbode en stuurde ons foto’s van schilderijen in alle uithoeken van de wereld die wellicht van Jacob zouden kunnen zijn. Wij hebben die betrokkenheid altijd buitengewoon gewaardeerd. Het is geweldig dat zo veel kunstliefhebbers in Oostzaan en ver daarbuiten al jarenlang zo’n warme belangstelling voor Jacob hebben. Wij vertrouwen erop dat Jacob nu niet langer een stichting nodig heeft om zich in deze belangstelling te mogen blijven verheugen.

Het vroegste Amsterdamse schetsboek: bestel nu!


cover-het-vroegste-amsterdamse-schetsboekDe Schreierstoren, de Kapel ter Heilige Stede en het Galgenveld – dat zijn enkele van de Amsterdamse locaties die zijn vastgelegd in het unieke schetsboekje op zakformaat dat bewaard is gebleven uit het atelier van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. De tekeningen in het boekje stammen uit de periode 1520-1535. Na jarenlange voorbereiding en uitvoerig onderzoek door Ilona van Tuinen presenteert de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen nu Het vroegste Amsterdamse schetsboek: een complete reproductie op ware grootte (ca. 15 x 10 cm) van het schetsboekje, met een toelichting per blad.

Overeenkomsten tussen schetsen en schilderijen
Dit is het oudste bewaard gebleven schetsboekje uit de Noordelijke Nederlanden. De tekeningetjes in pen en inkt geven een ongeëvenaard kijkje in de keuken van een 16e-eeuwse meester. Kunsthistorica Ilona van Tuinen is de eerste die het gehele boekje zo grondig heeft onderzocht, en dat heeft veel nieuwe vondsten opgeleverd. Dat het schetsboek is gebruikt door een leerling van Jacob Cornelisz. was al langer bekend. Maar Ilona van Tuinen heeft nu niet alleen diverse Amsterdamse locaties geïdentificeerd waarvan geen oudere weergaves bekend zijn, ze ontdekte ook talrijke nog niet eerder opgemerkte verbanden tussen de schetsen in het boekje en schilderijen of prenten uit de omgeving van Jacob Cornelisz. Zo maakte de tekenaar maar liefst vier natekeningen naar het Allerheiligendrieluik van Jacob Cornelisz. uit 1523 (Kassel, Staatliche Museen). Behalve stadsgezichten bevat het boekje onder meer portretten, compositieschetsen, geometrische en perspectivische oefeningen en renaissancistische ornamenten. Tijdens de tentoonstelling ‘Van Oostsanen. De eerste Hollandse meester‘ is het originele boekje te zien in het Amsterdam Museum.

De tekenaar ontmaskerd?
Op basis van de ontdekkingen van Ilona van Tuinen heeft Daantje Meuwissen overtuigende aanwijzingen gevonden voor de identiteit van de tekenaar. Zij laat in deze uitgave zien waarom de tot nu toe anonieme leerling van Jacob Cornelisz waarschijnlijk geïdentificeerd kan worden als Cornelis Anthonisz. (ca. 1505-1553), Jacobs kleinzoon. Deze Amsterdamse schilder, ontwerper van houtsneden en cartograaf was in de jaren 1520 in de leer bij zijn grootvader. Hij is vooral bekend vanwege zijn plattegrond van Amsterdam in vogelvluchtperspectief (schilderij uit 1538, houtsnede uit 1544). De stadsgezichten en perspectivische oefeningen in het schetsboekje vormden hier waarschijnlijk al een voorbereiding op.

Sponsors
Het onderzoek voor deze publicatie is uitgevoerd met subsidie van het Prins Bernhard Cultuurfonds. De totstandkoming van de publicatie is gesubsidieerd door Rabobank Zaanstreek. Het schetsboek bevindt zich in het Kupferstichkabinett van de Staatliche Museen in Berlijn, dat de publicatie mede mogelijk heeft gemaakt. Vormgeving en druk zijn verzorgd door drukkerij Van Wijk in Oostzaan.

sb_18_fol_9v sb_79_fol_39r sb_49_fol_25r

Ilona van Tuinen, met een bijdrage van Daantje Meuwissen (eindredactie: Andrea van Leerdam)
Het vroegste Amsterdamse schetsboek. Een zestiende-eeuws zakboekje uit het atelier van Jacob Cornelisz van Oostsanen
Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen 2014
ISBN 9789082173109
2 delen in cassette (deel 1: reproductie op ware grootte; deel 2: commentaar)
€ 22,95

Meer informatie

Verkrijgbaar in de boekhandel, in de museumwinkels in Amsterdam en Alkmaar, en online
Bestellen

Beeldverslag: opening Van Oostsanen – de eerste Hollandse meester


Op zaterdag 15 maart 2014 is de langverwachte tentoonstelling ‘Van Oostsanen – de eerste Hollandse meester‘ feestelijk geopend in de Grote Kerk en het Stedelijk Museum in Alkmaar en in het Amsterdam Museum. Met zo’n 700 genodigden die deze bijzondere dag bijwoonden was het een drukte van belang. Een prachtige start van een al even prachtige expositie! Gaat dat allen zien, u heeft nog tot 29 juni de kans!

opening-van-oostsanen-stedelijk-museum-alkmaar

Entree van het Stedelijk Museum Alkmaar

opening-van-oostsanen-drukte-grote-kerk

Drukte bij de Grote Kerk

opening-van-oostsanen-rij

In de rij voor Jacob

opening-van-oostsanen-koekjes

Jacob is echt overal!

opening-van-oostsanen-paul-spies-lidewij-de-koekkoek

Openingswoord door Lidewij de Koekkoek (directeur Stedelijk Museum Alkmaar) en Paul Spies (directeur Amsterdam Museum)

opening-van-oostsanen-daantje-meuwissen

Daantje Meuwissen, gastconservator van de tentoonstelling en bestuurslid van onze stichting, gaf een korte lezing

opening-van-oostsanen-gijs-scholten-van-aschat1

Topacteur Gijs Scholten van Aschat, die audiofragmenten voor de tentoonstelling heeft ingesproken, hield een voordracht over kunst als strijd tegen vergetelheid. Ook stelde hij vast dat Jacob Cornelisz. als cultureel ondernemer geheel zou hebben voldaan aan de voorwaarden die de overheid tegenwoordig stelt bij het aanvragen van kunstsubsidies.

opening-van-oostsanen-gijs-scholten-van-aschat-catalogus

Lidewij de Koekkoek overhandigt de tentoonstellingscatalogus aan Gijs Scholten van Aschat

opening-van-oostsanen-gijs-scholten-van-aschat-catalogus2

Behalve de catalogus kreeg Gijs Scholten van Aschat ook Het vroegste Amsterdamse schetsboek overhandigd

opening-van-oostsanen-gijs-ruben-schetsboek

Gijs Scholten van Aschat met Ruben van Wijk van Drukkerij Van Wijk, die deze unieke uitgave heeft vervaardigd

opening-van-oostsanen-catalogi-schetsboekjes

Stapels catalogi en schetsboekjes in de museumwinkel

opening-van-oostsanen-ilona-andrea-schetsboek

Auteur Ilona van Tuinen (l) en eindredacteur Andrea van Leerdam (r) van Het vroegste Amsterdamse schetsboek bij het originele schetsboek uit Jacobs atelier

opening-van-oostsanen-aanbidding-napels

Alleen al vanwege dit schilderij moet u de tentoonstelling beslist gaan bekijken. De geboorte van Christus (1512) uit het Museo Nazionale di Capodimonte in Napels, is speciaal voor de tentoonstelling gerestaureerd en sprankelt nu alsof het gisteren is geschilderd. Ondanks de enorme afmetingen (het schilderij is bijna 2 meter breed) heeft Jacob ieder detail minutieus geschilderd. Het is een onvergetelijke ervaring om daar met je neus bovenop te kunnen staan!

 

Bekijk op de Flickr-site van het Amsterdam Museum ook de foto’s die Mike Bink maakte tijdens de opening.

Bekijk op onze Jacob in de media-pagina een selectie van de vele media-aandacht voor de tentoonstelling!

Speciale website over Jacob bij tentoonstelling


Verheugt u zich ook op een bezoek aan de overzichtstentoonstelling ‘Van Oostsanen – de eerste Hollandse meester’, die 15 maart 2014 opent? Het Amsterdam Museum en het Stedelijk Museum hebben een speciale website ontwikkeld vol informatie over Jacob en over de tentoonstelling.

www.vanoostsanen.nl

Op deze website is meer te lezen over Van Oostsanen, over zijn leven, zijn werk en zijn verrassend vooruitstrevende en veelzijdige loopbaan. Ook vindt u er praktische informatie over de tentoonstelling en een actueel overzicht van de vele publieksactiviteiten die worden georganiseerd, zowel in Alkmaar als Amsterdam.

Aan het blog worden dagelijks nieuwe bijdragen toegevoegd. U vindt er onder meer blogposts over de ontstaansgeschiedenis van onze stichting en over Het vroegste Amsterdamse schetsboek, uitgegeven door onze stichting.

Rabobank Zaanstreek subsidieert publicatie van schetsboek


Onze Stichting heeft een bedrag van 5.000 euro toegekend gekregen van Rabobank Zaanstreek voor de publicatie van het schetsboek uit Jacobs atelier. De uitgave moet gereed zijn in 2014, wanneer de overzichtstentoonstelling over Jacob Cornelisz. in Alkmaar en Amsterdam opent. Het originele schetsboekje zal op de tentoonstelling te zien zijn in het Amsterdam Museum. In onze publicatie komen kleurenafbeeldingen op ware grootte (ca. 10 x 15 cm) van alle bladen uit het schetsboek, voorzien van een toelichting per blad en een algemene inleiding over het belang en de functie ervan.

In 2009 ontvingen wij al een subsidie van 7.500 euro van het Atelierpraktijken Fonds van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Dat geld is besteed aan een grondig onderzoek, uitgevoerd door kunsthistorica Ilona van Tuinen, naar de inhoud en de vorm van het schetsboekje. Dankzij de bijdrage van de Rabobank kunnen de resultaten van dit onderzoek worden gepresenteerd in een aantrekkelijke publieksuitgave. We hebben de ambitie om er ook een web-editie van te maken.

Vroegst bekende schetsboek

Schetsboekjes uit de late middeleeuwen zijn uitermate zeldzaam. Als ze al bewaard zijn, zijn ze vaak uit elkaar gehaald om de tekeningen apart te kunnen verkopen. Des te bijzonderder is het, dat er een schetsboek uit het atelier van Jacob Cornelisz. van Oostsanen bewaard gebleven is dat nog nagenoeg intact is. Het boekje, dat 51 dubbelzijdig betekende bladen bevat, is het vroegst bekende schetsboek uit de Noordelijke Nederlanden. Tegenwoordig bevindt het zich in het Kupferstichkabinett in Berlijn.

Oorspronkelijke volgorde gereconstrueerd

De onderwerpen van de tekeningen lopen zeer uiteen. Het boekje bevat onder meer portretten, dieren, stadsgezichten, architectonische constructies, perspectiefstudies en compositiestudies. Veel tekeningen zijn direct te relateren aan schilderijen of prenten van Jacob Cornelisz. of zijn werkplaats, zo heeft het onderzoek van Ilona van Tuinen duidelijk gemaakt. Ook is zij erin geslaagd om de oorspronkelijke volgorde van de bladen grotendeels te reconstrueren. Er zijn bijvoorbeeld tekeningen die blijken door te lopen over twee bladen, die dus oorspronkelijk naast elkaar hebben gezeten. Ook zijn er vlekken die doorgedrukt zijn op meerdere bladen, die verspreid zijn over het huidige boekje maar die zich oorspronkelijk direct achter elkaar moeten hebben bevonden.

rabobank-logoRabobank en Jacob Cornelisz.

Rabobank Zaanstreek heeft al vaker haar betrokkenheid getoond bij Jacob Cornelisz. en zijn belang voor de culturele geschiedenis van de regio: de bank heeft  ook een genereuze bijdrage geleverd aan het monument voor Jacob op het Kerkplein in Oostzaan, dat in 2010 is onthuld.

Stedelijk Museum Alkmaar verwerft topstuk van Cornelis Buys II


De collectie van het Stedelijk Museum Alkmaar is een topstuk rijker: het museum heeft een schilderij verworven dat wordt toegeschreven aan Cornelis Buys II (1495/1500-1545), neef van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Het schilderij verbeeldt het zelden voorgestelde Oudtestamentische verhaal van Jacob die bij Laban wegtrekt (Genesis 31).

Cornelis Buys II vormt een opmerkelijke Alkmaarse schakel in het Noord-Hollandse kunstenaarsnetwerk in de eerste helft van de zestiende eeuw. Hij werd opgeleid door zijn oom Jacob Cornelisz van Oostsanen. Als zelfstandige meester in Alkmaar leidde Buys een productief atelier. In zijn oeuvre is duidelijk de invloed zichtbaar van Jan van Scorel, die zijn medeleerling was in Jacobs atelier.

Het enige gesigneerde schilderij dat we van Cornelis Buys kennen is Rebecca en Eliëzer bij de put (in particuliere collectie). Dit vormt dan ook het aanknopingspunt voor de reconstructie van zijn oeuvre. Een kleine groep schilderijen van uitzonderlijke kwaliteit komt wat betreft schilderstijl zozeer overeen met dit werk dat het – ondanks het ontbreken van een signatuur op deze schilderijen – zeker is dat ze door dezelfde persoon zijn gemaakt. Ook het nieuw verworven werk sluit hier helemaal bij aan.

Met Jacob trekt bij Laban weg heeft het Stedelijk Museum Alkmaar een van de belangwekkendste stukken van Buys verworven. Juist in de stad waar Buys leefde en werkte, kan nu een representatief beeld gegeven worden van zijn oeuvre. Het schilderij is aangekocht met steun van de Vereniging Rembrandt, het VSB Fonds, de gemeente Alkmaar én een particuliere kunstliefhebber, die maar liefst de helft van de aankoopprijs heeft gedoneerd. Het werk werd dit voorjaar te koop aangeboden op de gerenommeerde TEFAF-kunstbeurs in Maastricht. Sinds 1987 bevond het zich in een particuliere buitenlandse collectie. In Alkmaar is het nu weer voor iedereen te zien. Het zal ook deel uitmaken van de grote overzichtstentoonstelling over Jacob Cornelisz. in 2014.

Lees meer op de website van het Stedelijk Museum Alkmaar.

Esther van Duijn gepromoveerd op onderzoek naar geschilderd goudbrokaat uit Jacobs tijd


Op 19 juni 2013 is dr. Esther van Duijn aan de Universiteit van Amsterdam gepromoveerd op het proefschrift All that glitters is not gold: The depiction of gold-brocaded velvets in fifteenth- and early sixteenth-century Netherlandish paintings. Over dit onderwerp, de manier waarop vijftiende- en zestiende-eeuwse Nederlandse schilders kostbare goudbrokaten stoffen schilderden, gaf zij in november 2011 een lezing voor de leden van onze Stichting.

De promotie was een extra bijzondere plechtigheid omdat het een dubbelpromotie betrof. Behalve Esther promoveerde namelijk ook haar projectgenoot Abbie Vandivere. Allebei hebben zij in de afgelopen vijf jaar gewerkt aan deelprojecten van het grote, door NWO gefinancierde onderzoeksproject The Impact of Oil. A history of oil painting in the Low Countries and its consequences for the visual arts (1350-1550). Het onderzoek van Abbie Vandivere concentreerde zich op de lagen waaruit vroege Nederlandse schilderijen zijn opgebouwd.

Beide promovendi (inmiddels doctors) hebben een achtergrond als restaurator, die hun onderzoek een grote meerwaarde gaf. Veel van hun vermoedens en veronderstellingen hebben ze zelf in de praktijk getoetst, met dezelfde verfsoorten en materialen die de laat-middeleeuwse schilders tot hun beschikking hadden.

Uitgebreide samenvatting van het proefschrift van Esther van Duijn (pdf)

Overzichtstentoonstelling over Jacob Cornelisz. in 2014


Voor het eerst in de geschiedenis zal er in 2014 een tentoonstelling geheel worden gewijd aan Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Van Oostsanen: de eerste Hollandse meester zal van 15 maart tot en met 29 juni 2014 op drie locaties tegelijkertijd te zien zijn: het Stedelijk Museum Alkmaar, het Amsterdam Museum en de Grote Sint Laurenskerk  in Alkmaar.

grote-ronde-passie-verrijzenisAl vóór 1500 opende Jacob Cornelisz. van Oostsanen zijn atelier aan de Kalverstraat in Amsterdam, wat zou uitgroeien tot een succesvolle en productieve onderneming. De meester stond bekend om zijn kwalitatief goede schilderingen en gedetailleerde houtsneden. De roem en reputatie die hij genoot waren echter van korte duur: na zijn overlijden kwam hij steeds meer in de schaduw te staan van tijdgenoten als Albrecht Dürer en Lucas van Leyden.

Nu, ruim 500 jaar later, zullen Jacob Cornelisz.’s werken, die verspreid zijn geraakt over  collecties wereldwijd, weer herenigd worden op Nederlandse bodem. Musea en privéverzamelaars van over de hele wereld hebben al bruiklenen toegezegd. Behalve aan Jacobs schilderijen zal de tentoonstelling ook veel aandacht besteden aan zijn grafische werk. Tenslotte was hij behalve een schilder ook – en misschien wel vooral – een ontwerper: niet alleen van talloze houtsneden, maar ook van bijvoorbeeld kerkgewaden en beschilderde glasruitjes. Ook daarvan zullen exemplaren te zien zijn.

Drie locaties vormen ‘drieluik’
De tentoonstelling wordt opgezet als een drieluik:

  • In het Stedelijk Museum Alkmaar maakt u kennis met De meester en zijn oeuvre: aan de hand van talloze tekeningen, houtsneden en schilderijen krijgt u een overzicht van het leven en werk van de meester.
  • Het Amsterdam Museum legt met Het Amsterdam van Jacob de nadruk op het belang van de handelsstad Amsterdam voor Jacob, waarbij een beeld geschetst wordt van zijn Amsterdamse opdrachten en clientèle.
  • De Grote Sint Laurenskerk in Alkmaar toont met Michelangelo van Alkmaar letterlijk een hoogtepunt: de reusachtige gewelfschildering Het laatste oordeel.

Routes door ‘het land van Jacob’
Behalve de drie tentoonstellingslocaties komen er ook toeristische ANWB-routes door ‘het land van Jacob’, het gebied tussen Amsterdam en Alkmaar. Per auto of op de fiets gaat u op zoek naar sporen uit Jacobs tijd, ziet u het landschap door zijn ogen en leert u meer over hoe zo’n reis in de middeleeuwen verliep. Vanzelfsprekend krijgt ook Oostzaan, met het monument voor Jacob Cornelisz. op het Kerkplein, een prominente plek in deze routes.

jacobschildertzijnvrouwSamenwerking
Bij dit bijzondere samenwerkingsproject zijn behalve het Stedelijk Museum Alkmaar, het Amsterdam Museum en de Grote Sint Laurenskerk ook het Rijksmuseum en de Radboud Universiteit Nijmegen betrokken. Gastconservator is Jacob Cornelisz.-expert dr. Daantje Meuwissen, docent Middeleeuwse kunst aan de Radboud Universiteit Nijmegen en bestuurslid van de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen.

Dankzij deze grote overzichtstentoonstelling drukt Jacob opnieuw zijn stempel op  het gebied waar hij 500 jaar geleden leefde en werkte, en kan hij definitief uit de schaduw treden van zijn beroemdere tijdgenoten.

Kijk Zaans

Stichting Jacob Cornelisz van Oostsanen getipt voor Kijk Zaans


De Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen is al twee keer getipt voor Kijk Zaans. Kijk Zaans is een boek en een website waar verrassende bedrijven, mensen, plekken en producten in de Zaanstreek worden uitlicht.

100 Zaanse ‘parels’ vertellen hun verhaal in het boek, dat in oktober 2012 verschijnt. Iedere parel mag vijf Zaanse tips geven voor zaken die boven het maaiveld uitsteken. Deze tips staan op de website.

Onze Stichting is getipt door Leonie Groen (Dagblad Zaanstreek) en Jacqueline de Nijs (radioprogramma Kunstgrepen). We worden zowel op de website als in het boek vermeld.

Zie http://kijkzaans.nl/jacob-cornelisz-van-oostsanen

De schaduwen van Jacob Cornelisz.: inscriptie in Delftse Bijbel bevestigt toeschrijving van Alkmaarse gewelfschildering aan Jacob


In de nieuwste Jacobsbode (nr. 22, mei 2012) presenteert promovendus Mart van Duijn van de Rijksuniversiteit Groningen een bijzondere ontdekking: een exemplaar van de Delftse Bijbel van 1477, de eerste gedrukte bijbel in de Nederlandse taal, met een eigendomsinscriptie van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Alsof dat nog niet spectaculair genoeg is, blijkt deze inscriptie nu ook nog nieuw bewijs te leveren voor de toeschrijving van de gewelfschilderingen in de Alkmaarse Laurenskerk aan Jacob Cornelisz.

alkmaar-noordertransept-kelkWillem Haakma Wagenaar, restaurator van de Alkmaarse schilderingen, legt een verband tussen dit monumentale werk en de inscriptie in de Delftse bijbel.

Tijdens de restauratie in Alkmaar, die duurde van 2003 tot 2011, is de schildertechniek uitgebreid bestudeerd. Daaruit is gebleken dat zowel het Laatste Oordeel in het koor als de decoratieve beschildering van het gewelf in het noordertransept gemaakt moeten zijn door Jacob Cornelisz. en zijn atelier.

Suggestieve toepassing van schaduwen
Een toelichting op de schilderingen in het noordertransept besloot Haakma Wagenaar aldus:
“De suggestieve toepassing van de schaduwen wijst op de bemoeienis van een met de architectuur vertrouwde meesterschilder. Gezien het weldoordachte ontwerp van de tracering waarmee de kamversiering in de hoeken van richting verandert, moet dit ook Jacob Corneliszoon zijn geweest, die zijn houtsneden met soortgelijke architectonische elementen omkaderde. Hij zal de decoratie ontworpen hebben en hebben aangegeven hoe die moest worden uitgevoerd.”

delftse-bijbel-drukkersmerkSchaduwen in de Delftse bijbel
Haakma Wagenaar ziet aanvullend bewijs voor deze toeschrijving in de ontdekking van Mart van Duijn. In de Delftse Bijbel schreef Jacob Cornelisz. niet alleen zijn naam en het jaartal 1502; ook voorzag hij het drukkersmerk dat onder het colofon staat van een schaduw, door middel van arceringen. Het merk lijkt daardoor los te komen van de ondergrond. Haakma Wagenaar stelt vast dat in het Alkmaarse noordertransept de miskelken en de attributen van Jacobus op dezelfde wijze van het gewelf zijn losgemaakt.

Met dank aan Willem Haakma Wagenaar

Filmpjes: het Laatste Oordeel van heel dichtbij


Bij de onthulling van Jacobs gerestaureerde gewelfschildering van het Laatste Oordeel in de Grote St. Laurenskerk in Alkmaar, op 8 oktober, kregen de genodigden een indrukwekkende korte film te zien over de schilderingen en hun betekenis. Deze film, geproduceerd door Duinzand Projecten, is nu ook te bekijken op Youtube. Daar is eveneens een korte film door Beeldlijn Media te zien over de restauratie.

Dit filmpje van Duinzand Projecten werd vertoond bij de onthulling op 8 oktober, waarbij ook koningin Beatrix aanwezig was. De uitleg over de schilderingen is afkomstig van ons bestuurslid Daantje Meuwissen; de voice-over is ingesproken door de bekende acteur Gijs Scholten van Aschat.

Beeldlijn heeft van de restauratie van het Laatste Oordeel deze korte introductiefilm gemaakt als teaser voor een langere documentaire.

Koningin onthult gerestaureerde gewelfschilderingen Alkmaar: foto’s en filmpje


Op 8 oktober onthulde koningin Beatrix de gerestaureerde gewelfschilderingen van het Laatste Oordeel uit 1518 in de Grote Sint Laurenskerk in Alkmaar. Sinds 2003 hebben restauratoren Willem Haakma Wagenaar en Edwin van den Brink gewerkt aan de restauratie van de schilderingen in het koor en het noordtransept van de Grote Kerk.

Lange tijd is omstreden geweest wie de maker van deze gewelfschilderingen is: Jacob Cornelisz. van Oostsanen of Cornelis Buys. Tijdens de restauratie is de schildertechniek uitgebreid bestudeerd, onder andere door ons bestuurslid Daantje Meuwissen, en daaruit is gebleken dat de schilderingen gemaakt moeten zijn door Jacob Cornelisz. en zijn atelier. Op allerlei plaatsen in de Alkmaarse schildering zijn de voor Jacobs werk zo kenmerkende donkere contourlijnen te zien, evenals parallelle arceringen om schaduwtonen weer te geven. Deze ‘tekenachtige’ manier van schilderen vinden we ook in werken die met zekerheid aan Jacob zijn toegeschreven.

De onthulling vond plaats tijdens een bijeenkomst in de kerk, waar ook werd stilgestaan bij de viering van ‘Alkmaar Ontzet’. In de Ontzetrede werd het beleg en het ontzet van Alkmaar in 1573 herdacht. Nadat Hare Majesteit de Koningin de schilderingen had onthuld, werd zij rondgeleid en werden onder meer de restauratoren en vertegenwoordigers van de stichting tot Behoud van Monumentale Kerken in Alkmaar en de 8 October Vereeniging ‘Alkmaar Ontzet’ aan haar voorgesteld. Ook Daantje heeft haar kort mogen spreken.

De onthulling in de media:

Filmpje: Noordhollands Dagblad

Foto’s: Barbara van Wijk

alkmaar1-koningin-onthult-gewelfschildering

Met een druk op een grote rode knop onthult koningin Beatrix het gerestaureerde gewelf.

alkmaar2-koningin-onthult-gewelfschildering

alkmaar3-koningin-en-daantje-op-voorste-rij

Onze voorzitter Egbert van Wijk en bestuurslid Daantje Meuwissen (links) zitten net als de koningin op de voorste rij.

alkmaar4-koningin-met-restauratoren

Koningin Beatrix in gesprek met restauratoren Willem Haakma Wagenaar en Edwin van den Brink.

alkmaar5-veel-publiek-voor-de-deur

Veel publiek voor de deur van de Grote Kerk.

alkmaar6-koningin-en-burgemeester

Koningin Beatrix en burgemeester Piet Bruinooge van Alkmaar.

alkmaar7-koningin-vertrekt

Daar gaat ze.

Lezing over goudbrokaten in Jacobs schilderijen


Ook dit najaar organiseert de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen weer een interessante lezing voor haar leden en andere belangstellenden. Op vrijdag 18 november zal Esther van Duijn vertellen over haar onderzoek naar de goudbrokaten gewaden in de schilderijen van Jacob.

Aanvang: 20.00 uur
Locatie: Nederlands Gereformeerde Kerk, Kerkbuurt 64, Oostzaan
Toegang: leden gratis, niet-leden 7,50 (voor dat bedrag bent u meteen een jaar lid van onze Stichting)

Esther van Duijn werkt als promovendus in het grote onderzoeksproject ‘The Impact of Oil – a history of oil painting in the Low Countries and its consequences for the visual arts, 1350-1550’. Haar promotieonderzoek richt zich op de weergave van gouden stoffen en goudbrokaten in 15e- en 16e-eeuwse Nederlandse schilderijen, in het bijzonder van Jacob Cornelisz. van Oostsanen en Cornelis Engebrechtsz. Ze bestudeert hoe de schilders bladgoud of gele verf gebruikten om goudbrokaat weer te geven, en hoe ze de verflagen opbouwden om de suggestie van echte stof zo overtuigend mogelijk te maken. In haar onderzoek betrekt ze ook echte middeleeuwse goudbrokaten. Bovendien bestudeert ze de patronen in geschilderde goudbrokaten: het blijkt dat de kunstenaars deze patronen soms hergebruikten. Voor hedendaagse onderzoekers kunnen ze dus een belangrijk houvast geven om schilderijen toe te schrijven. Meer informatie over het onderzoek: www.impactofoil.org

Monument voor Jacob onthuld


Het monument voor Jacob Cornelisz. van Oostsanen aan de Kerkbuurt in Oostzaan is nu voor iedereen te bewonderen! Op 15 oktober werd het onder grote belangstelling feestelijk onthuld.

onthulling1

Nog heel even geduld… wat zou eronder zitten?

onthulling2

In een goed gevuld Atrium van het gemeentehuis spreken Paul Möhlmann (burgemeester van Oostzaan), Egbert van Wijk (voorzitter van de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen), Fred van Dam (directeur van Rabobank Zaanstreek), Gerard Schaft (directeur van Meyn) en prof. dr. Rudi Ekkart (directeur van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie).

onthulling3

onthulling4

Vervolgens verplaatst het hele gezelschap zich naar buiten – de regen mag de pret niet drukken. De burgemeesters van Oostzaan, Zaanstad en Wormerland verrichten gezamenlijk de officiële onthulling.

onthulling5

En daar verschijnt dan eindelijk Jacob, temidden van een zee van paraplu’s.

onthulling6

Oostzaanse schoolkinderen zingen in canon “Schilder Jacob uit Oostzaan – alle klokken luiden”, waarna de kerkklokken ook écht luiden.

onthulling7

Het geklapwiek van de postduiven verhoogt de feestvreugde nog verder. Uit het publiek klinken her en der oh’s en ah’s wanneer de vogels hun vleugels boven het monument uitslaan.

onthulling8

En dan is het tijd om het monument eens goed van dichtbij te bewonderen. De bedoeling van het ontwerp was dat het zou uitnodigen om het van alle kanten te bekijken, en al meteen wordt duidelijk dat ontwerpster Eva Stache zeer goed is geslaagd in deze opzet. Wie het maar ziet, loopt er een rondje omheen.

onthulling11

Jacob volgt je waar je gaat.

onthulling9

Hoera voor Jacob!

onthulling10

Binnen genieten we van de muziek van Wronghel en Wei onder het genot van een drankje en een hapje.

onthulling12

Ook ‘s avonds staat Jacob er prachtig bij, uitkijkend over het plein in zijn geboortedorp.

 

Monument in wording – nieuwe foto’s!


Bij Meyn Food Processing Technology B.V. Oostzaan en op het plein voor de kerk en het gemeentehuis zijn de voorbereidingen voor de plaatsing van het monument voor Jacob Cornelisz. van Oostsanen in volle gang! U ziet hier vast een voorproefje van het bijzondere kunstwerk dat op 15 oktober wordt onthuld in Jacobs geboorteplaats.

Bij Meyn:

monument1

Het stalen frame waaraan de vier platen met Jacobs beeltenis bevestigd zullen worden.

monument2

Het waterornament waaruit het monument oprijst. Langs de randen komt een tekst van Karel van Mander (1604) over Jacob Cornelisz. te staan.

monument13

monument3

monument4

monument5

Jacobs portret

monument12

Jacobs palet

monument10

In de vuistdikke RVS-platen ontstaat een gelaagd portret

monument15

monument16

Ondertussen op het plein…

monument6

monument7

monument8

monument9

Lees meer over het monument

Onthulling monument op 15 oktober


De officiële onthulling van het monument voor Jacob Cornelisz. in Oostzaan zal plaatsvinden op vrijdag 15 oktober. Reserveer de datum in uw agenda, het wordt een groot feest! Het programma is inmiddels bekend.

Tijd: 15.00 uur
Locatie: Plein voor de Grote Kerk en het gemeentehuis, Kerkbuurt, Oostzaan

Programma

14.30 Ontvangst in het Atrium van het gemeentehuis, Kerkbuurt 4 In het Atrium kunt u de film “Het ontstaan van het monument” van Jan de Waal over Jacob Cornelisz. van Oostsanen bekijken en luisteren naar muziek uit Jacobs tijd door muziekgezelschap Wronghel en Wei.
15.00 Korte voordrachten door:

  • Paul Möhlmann, burgemeester van Oostzaan
  • Egbert R. van Wijk, voorzitter Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen
  • Prof. dr. Rudi Ekkart, directeur van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
15.30 Officiële onthulling van het monument met medewerking van Oostzaanse schoolkinderen, muziekverenigingen Concordia, Crescendo, Excelsior en postduivenvereniging De Snelle WiekenKlokken luiden ter ere van de feestelijke gelegenheid
16.15 Informeel samenzijn in het Atrium om het glas te heffen en te luisteren naar de middeleeuwse muziek van het muziekgezelschap Wronghel en Wei.
16.30 Afsluiting

Verwijzingen naar Jacobs leven en werk

eva-stache-ontwerp1Het monument is ontworpen door de Oostzaanse architecte Eva Stache. Het zal bestaan uit vier parallel opgehangen platen van roestvrij staal en kunststof, die zich binnen een roestvrijstalen ‘omlijsting’ van ca. 2 x 2 meter bevinden. Het geheel rijst op uit het water, verwijzend naar Jacobs afkomst uit het ‘Waterland’. Op de rand van het verlichte waterelement zal een passend citaat uit Jacobs levensbeschrijving door Karel van Mander (1604) komen. Wie recht vóór het kunstwerk staat ziet het portret van Jacob, dat in drie dimensies is uitgespaard uit de platen. Dit portret is nauwgezet overgenomen van het schilderij uit circa 1530 van Dirck Jacobsz., zoon van Jacob Cornelisz., in het Toledo Museum of Art (USA). monument5Wie rondom het monument loopt wordt verrast door de effecten die de verschillend gevormde platen, de kabbelende golfjes in het water, de verlichting, het zonlicht en de schaduwen teweeg brengen. Net als middeleeuwse olieverfschilderijen zoals die van Jacob zal de sculptuur er op elk moment van de dag anders uitzien, en kun je er als beschouwer steeds weer nieuwe details en effecten in ontdekken.

Lees meer over het monument

 

Veel bezoekers op feestelijke jubileumavond


De drukbezochte jubileumavond van de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen, vrijdag 12 maart in de Grote Kerk in Oostzaan, is een onvergetelijk succes geworden. Bijna 200 aanwezigen luisterden naar bijdragen van voorzitter Egbert van Wijk, burgemeester Paul Möhlmann en kunsthistorica Daantje Meuwissen, en genoten van muziek uit Jacobs tijd gezongen door Joli Cuer, ondersteund met afbeeldingen van zijn werk op een reusachtig scherm.

Drommen
Propvol was het halletje van het Bartel Jacobszcentrum naast de kerk rond kwart voor acht, een kwartier voor aanvang van het jubileumprogramma. In drommen stonden de mensen te wachten om naar binnen te mogen. Er stond hun een feestelijk onthaal te wachten, met een glaasje bubbels en een klein presentje: een magnetische boekenlegger met Jacobs portret erop. De stemming zat er al vóór aanvang van het programma goed in.

10 jaar geleden
Voorzitter Egbert van Wijk opende de avond, en memoreerde het ontstaan van de Stichting 10 jaar geleden. Veel van de aanwezigen herinnerden zich nog levendig hoe het allemaal is begonnen – de succesvolle tentoonstelling met replica’s in de Grote Kerk, de sketch waarin Egbert en Barbara van Wijk Jacob Cornelisz. en zijn vrouw Anna speelden (en die ze wegens groot succes nog bij diverse gelegenheden moesten herhalen), Egberts radio-optredens om Jacob te promoten… De avonturen die Egbert en Barbara door heel Europa hebben beleefd om werken van Jacob te zien te krijgen – ook op plekken die eigenlijk helemaal niet voor publiek toegankelijk zijn – zijn indrukwekkend en leveren bovendien smakelijke anekdotes op.

Monument
Paul Möhlmann, burgemeester van Oostzaan, sprak zijn waardering voor de activiteiten van de Stichting uit. Hij vertelde hoe hij was ‘besmet’ met het Jacob-virus door zijn voorganger Albert Moens, en hoe verheugd hij is met het initiatief van de Stichting voor een monument ter ere van Jacob Cornelisz van Oostsanen in zijn geboortedorp. Opgetogen en instemmend geroezemoes klonk door de kerk toen hij de aanwezigen verzekerde dat het monument nog vóór de zomer geplaatst zal worden.

Meerstemmige liederen
Vervolgens bracht vocaal ensemble Joli Cuer meerstemmige liederen uit de Middeleeuwen en de Renaissance ten gehore, staand rond een koorboek zoals dat in de muzikale uitvoeringspraktijk van die tijd gebruikelijk was. Omdat de middeleeuwse muzieknotatie nog geen maatverdeling kende, en de zangpartijen gescheiden van elkaar genoteerd staan, is een voortdurende interactie tussen de zangers van groot belang. Dit ‘luisterend zingen’, met vier stemmen die elk een verschillende partij zingen, is intensief en vergt een grote concentratie. Een enkele keer raakten de zangers even ‘uit de pas’, maar bezwaarlijk was dat niet – het maakte des te duidelijker dat de uitvoering van dergelijke muziek nooit in routinewerk vervalt. Telkens als de muziek ten gehore gebracht wordt, is zij nieuw, hoe lang geleden de noten ook op papier of perkament zijn achtergelaten en hoe vaak ze ook al eerder zijn gezongen.

Kunsthistorische hoogtepunten
Na de pauze gaf Daantje Meuwissen een overzicht van wat er sinds de oprichting van de Stichting allemaal op kunsthistorisch gebied is gebeurd rondom Jacob Cornelisz. En dat overzicht is indrukwekkend: het bewijs voor de Oostzaanse herkomst van Jacob Cornelisz., het zelfportret dat geen zelfportret blijkt te zijn, de ontdekking en hereniging van een onbekend drieluik, het onderzoek naar het schetsboek uit Jacobs atelier, en als klap op de vuurpijl natuurlijk de plannen van het Stedelijk Museum Alkmaar en het Amsterdams Historisch Museum om een grote overzichtstentoonstelling met originele werken van Jacob Cornelisz. te gaan organiseren. Na Daantjes lezing luisterde het publiek nogmaals naar muziek van Joli Cuer.

Ovatie
Nadat Egbert de avond had afgesloten en de nodige bedankjes had uitgesproken, kwam de burgemeester spontaan naar voren om hém in het zonnetje te zetten. Het publiek reageerde met een staande ovatie en de voorzitter bloosde tot achter zijn oren.

Bedankt!
Dankzij de fantastische inzet van vrijwilligers en sponsors verliep de organisatie van deze avond op rolletjes. De Stichting wil allen die hieraan hebben bijgedragen heel hartelijk bedanken!

 

Download de toespraak van Egbert van Wijk (PDF)

Download de toespraak van burgemeester Paul Möhlmann (PDF)

Download de lezing van Daantje Meuwissen (PDF)

jubileum2-jolicuer

Joli Cuer tijdens het inzingen, ‘s middags

jubileum3-programmasvouwen

Programmablaadjes vouwen

jubileum4-kaarsenaansteken

Kaarsen aansteken

jubileum5-feestelijkonthaal

Bezoekers werden feestelijk onthaald met champagne en een fraaie boekenlegger

jubileum6

Veel bezoekers

jubileum7

Voorzitter Egbert van Wijk opende de avond

jubileum8

Toespraak van de burgemeester, Paul Möhlmann

jubileum9

Vocaal ensemble Joli Cuer

jubileum10

Daantje Meuwissen hield een lezing over 10 jaar kunsthistorische doorbraken rondom Jacob Cornelisz.

jubileum11-jolicuer

Vocaal ensemble Joli Cuer

jubileum12

Napraten na afloop

Meer foto’s op http://picasaweb.google.nl/StichtingJCvO/Jubileumavond

Allereerste wetenschappelijk symposium over Jacob Cornelisz. van Oostsanen in Alkmaar


Op maandag 15 maart 2010 vindt voor het eerst in de geschiedenis een wetenschappelijk symposium plaats dat geheel is gewijd aan Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Het symposium in het Stedelijk Museum Alkmaar, waaraan vele experts op het gebied van de vroege Nederlandse kunst een bijdrage leveren, wordt georganiseerd door het Stedelijk Museum Alkmaar in samenwerking met het Amsterdams Historisch Museum.

Sprekers:

  • Daantje Meuwissen (wetenschappelijk medewerker Universiteit Utrecht / bestuurslid Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen)
  • Jeroen Giltaij (senior conservator Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam)
  • Jane Carroll (senior lecturer Dartmouth College, Verenigde Staten)
  • Ilja Veldman (professor emeritus Vrije Universiteit Amsterdam)
  • Ilona van Tuinen (onderzoeker Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen)

Forum:

  • Rudi Ekkart (directeur Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag)
  • Friso Lammertse (conservator Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam)
  • Jan Piet Filedt Kok (voormalig hoofdconservator Rijksmuseum, Amsterdam)
  • Huigen Leeflang (conservator Rijksprentenkabinet, Amsterdam)

Dagvoorzitter:

  • Norbert Middelkoop (conservator Amsterdams Historisch Museum)

Bekijk het volledige programma (PDF)

Gewelfschilderingen

Aanleiding voor het symposium is de tentoonstelling van enkele gerestaureerde gewelfstukken in de foyer van het Alkmaarse museum. Een forum van deskundigen onder leiding van Norbert Middelkoop zal samen met het publiek in discussie gaan met de sprekers. Behalve lezingen en discussies omvat het programma ook een bezoek aan de Grote Sint Laurenskerk tegenover het museum, waar momenteel de aan Jacob Cornelisz. toegeschreven gewelfschilderingen worden gerestaureerd door Willem Haakma Wagenaar en Edwin van den Brink.

Aanmelden

Er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar op dit symposium, dat in eerste instantie is bedoeld voor wetenschappers. Wilt u erbij aanwezig zijn? Stuur dan het aanmeldformulier in. De kosten bedragen 20 euro, te voldoen in het museum op de dag zelf. In de eerstvolgende Jacobsbode (mei 2010) zal de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen een verslag van het symposium publiceren.

 

Laatste foyerpresentatie gewelfschildering Laatste Oordeel in Alkmaar


Voor de derde en laatste keer kunt u gerestaureerde gedeelten van Jacob Cornelisz. van Oostsanens monumentale gewelfschildering van het Laatste Oordeel van dichtbij bekijken in het Stedelijk Museum in Alkmaar. In 2009 presenteerde het museum al twee enorme panelen uit het koorgewelf van de Grote Sint Laurenskerk. Voordat alle gerestaureerde vakken definitief worden teruggeplaatst, dalen in februari de twee laatste vakken af naar het museum. Hierop is de hemelvaart van de uitverkoren zielen verbeeld.

De restauratoren hebben in de hal van het Stedelijk Museum een klein restauratieatelier ingericht. Hier kunt u op dinsdag, donderdag en vrijdag over hun schouder meekijken. Sinds 2003 leiden de restauratoren Willem Haakma Wagenaar en Edwin van den Brink de omvangrijke restauratie van de vroeg-16e-eeuwse gewelfschilderingen in de nok van de Grote Sint Laurenskerk. Deze behoren tot de belangrijkste van Nederland, maar hebben veel te lijden gehad van lekkage, verplaatsing en herstelwerkzaamheden.

De gewelfstukken zijn in de foyer van het museum te bewonderen van dinsdag 9 februari tot en met zondag 28 maart. De toegang tot de foyer is gratis.

Meer informatie:

 

Jubileumconcert op 12 maart 2010 met muziek uit Jacobs tijd


Op 16 maart 2010 bestaat de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen precies 10 jaar! Dit vieren wij graag samen met u, met een jubileumconcert op vrijdagavond 12 maart 2010 in de Grote Kerk in Oostzaan. Alle leden en andere belangstellenden zijn van harte welkom. Drie sprekers zullen een korte voordracht houden: voorzitter Egbert van Wijk, burgemeester van Oostzaan Paul Möhlmann, en kunsthistorica Daantje Meuwissen. Vocaal ensemble Joli Cuer zal de avond opluisteren met muziek uit de late middeleeuwen en de vroege renaissance.

Na een feestelijke ontvangst zal onze voorzitter Egbert van Wijk allereerst terugblikken op de geschiedenis van de Stichting en ingaan op Jacobs plaats in het culturele leven van Oostzaan. Vervolgens komt de burgemeester van Oostzaan, Paul Möhlmann, aan het woord. Daarna kunt u zich in de tijd van Jacob wanen met de muziek van Joli Cuer. Na de pauze belicht ons bestuurslid Daantje Meuwissen kort wat de Stichting in kunsthistorisch opzicht heeft bereikt in de afgelopen tien jaar. De avond besluit met een tweede reeks liederen gezongen door Joli Cuer.

Kerkmuziek en liefdesliederen
De vier zangers van Joli Cuer, één vrouw en drie mannen, brengen een afwisselend programma met religieuze én wereldlijke polyfonie, oftewel meerstemmige zang. De scheidslijnen tussen wereldlijke en religieuze muziek zijn in de middeleeuwen niet altijd strikt: zo kan een gregoriaanse melodie uit een mis ‘hergebruikt’ worden in bijvoorbeeld een liefdeslied, en komt het andersom ook voor dat een tekst of melodie van een wereldlijk lied in een religieuze compositie te horen is. In het concert legt Joli Cuer dergelijke verbanden bloot. Ook dragen de zangers Nederlandse vertalingen voor van de Latijnse en Franse originele teksten die ze zingen. U geniet dus niet alleen van prachtige zang, maar krijgt bovendien een duidelijk beeld van de betekenis en de uitvoeringspraktijk van de muziek in Jacobs tijd. Joli Cuer zingt muziek van diverse componisten die tijdens Jacob Cornelisz.’s leven actief waren, waaronder Josquin Des Prez (na 1450-1521), Loyset Compère (1459-1518) en Antoine Brumel (1460-1520).

Authentieke uitvoering
De groep staat bij het zingen rond één groot koorboek, precies zoals dat in de vijftiende en zestiende eeuw gebruikelijk was. De notatie van de muziek in zo’n koorboek wijkt af van wat we vandaag de dag gewend zijn. Om te beginnen is het oude notenschrift anders, en is er geen maatverdeling zoals we die nu kennen. Ook staan de verschillende partijen niet onder elkaar in één muzikaal systeem genoteerd, maar staan ze elk op een afzonderlijk deel van de bladzijde. De bladmuziek die Joli Cuer gebruikt is een exacte kopie van het oorspronkelijke handschrift, of in enkele gevallen van een vroege druk. Het oude notenschrift hebben de leden zich eigen gemaakt. Door deze werkwijze komt de uitvoering zo dicht mogelijk bij de authentieke uitvoeringspraktijk.

Toegang
Het programma begint om 20.00 uur, de kerk is geopend vanaf 19.30 uur. Leden van de Stichting hebben gratis toegang voor maximaal 2 personen, op vertoon van Jacobsbode 18 of de uitnodiging die zij hebben ontvangen. Voor niet-leden is de entreeprijs 7,50 euro per persoon. U krijgt voor dat bedrag ook meteen een jaarlidmaatschap van de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen.

Hoe zit het écht met Saul bij de heks van Endor?


In het populair-wetenschappelijke tijdschrift Quest Historie nr. 4 van december 2009, een themanummer over ‘magie’, zijn twee kleurrijke pagina’s gewijd aan Jacob Cornelisz. van Oostsanens schilderij Saul bij de heks van Endor uit 1526. Natuurlijk zijn wij als stichting verheugd over deze aandacht voor onze geliefde schilder. Het artikel in Quest bevat echter een aantal beweringen die zó kort door de bocht gaan dat ze een verkeerd beeld geven van de betekenis en de historische context van het schilderij. Daarom lichten we hier graag toe wat er precies bekend is over dit bijzondere werk.

Opdrachtgever onbekend

De voorstelling op dit paneel (geen doek, zoals Quest vermeldt) wijkt sterk af van al het andere werk van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Ook verder komt het onderwerp van Saul bij de heks van Endor vrijwel niet voor in de middeleeuwse kunst. Dat het een werk van Jacob is weten we omdat het gesigneerd is. Technisch onderzoek heeft uitgewezen dat deze signatuur inderdaad origineel is en niet pas later toegevoegd. Het schilderij is opvallend precies gedateerd: bij de signatuur staat de datum 29 november 1526. Deze datum in combinatie met de uitzonderlijke iconografie en details doen sterk vermoeden dat het schilderij met een speciale bedoeling is gemaakt. Wat de precieze aanleiding was en wie de opdrachtgever was, hebben onderzoekers echter nog niet kunnen achterhalen. De ‘sfeerschets’ waarmee het artikel in Quest opent, van Jacob die in zijn atelier staat te bedenken hoe hij zijn Amsterdamse katholieke opdrachtgevers kan plezieren en tegelijkertijd elementen uit Griekse mythen en sagen kan verbeelden in dit werk, berust dus geheel op fantasie.

Bijbelverhaal

Het schilderij verbeeldt de bijbelteksten I Samuel 28:3-20 (Saul bezoekt vrouw in Endor) en I Samuel 31:3-6 (zelfmoord van Saul en de dood van zijn zonen). Koning Saul moet ten strijde trekken tegen de Filistijnen (in de achtergrond van het schilderij zien we een legerkamp en strijdgewoel). Als hij hun leger ziet, wordt hij bang en vraagt hij God om raad. God antwoordt hem echter niet. Daarom gaat hij naar een vrouw in Endor, die de geesten van doden kan bezweren (links op het schilderij). Hij vraagt haar om de geest van de profeet Samuel, zijn vroegere raadgever, op te roepen. Samuel verschijnt (midden, onder de boog van de ruïne, zie afb. hieronder), en in plaats van Saul raad te geven voorspelt hij hem dat hij de oorlog zal verliezen omdat God zich van hem heeft afgekeerd vanwege zijn zondigheid. Later wordt Saul aangevallen door de Filistijnen: ze vermoorden zijn drie zoons en om te voorkomen dat ze ook hem zullen doden, stort Saul zich in zijn zwaard (helemaal in de verte op de achtergrond, midden, zie afb. hieronder).

saul_heks van endor_detail_opwekking_samuel

Saul bij de heks van Endor, detail: Samuel opgewekt uit de dood, de dood van Saul en zijn zoons

Moraal van het verhaal

De kern van het verhaal staat vermeld op de twee tekstbanderollen linksbovenaan het schilderij. De langste tekst is een samenvatting van het bijbelverhaal in het Latijn. De tekst daarboven is in het Nederlands en geeft de ‘moraal van het verhaal’ weer: Saul gaf zichzelf over aan toverij; door Samuel uit de dood te ‘wekken’ kwam hij zelf te overlijden. Het schilderij draagt dus de boodschap uit dat hekserij het werk van de duivel is, en dat wie zich afkeert van God gestraft zal worden.

Middeleeuwse hekserij

Toch is het niet het bijbelverhaal dat de meest prominente plaats in de voorstelling inneemt. Die is namelijk weggelegd voor de heks en haar helpers die zich met hun duistere praktijken bezighouden: ze wekken Samuel op uit de dood. In de bijbel wordt overigens niet gesproken van een heks maar van een vrouw die geesten van doden kan bezweren. Ze is hier weergegeven met allerlei attributen die in Jacobs tijd met hekserij werden geassocieerd en onder andere zijn beschreven in De sleutel van Salomon, een wijdverbreid 15e-eeuws traktaat over magie. We zien de heks in een magische cirkel zitten, die volgens het traktaat nodig is om in contact met de geesten te treden. Naast haar houdt een sater een boek vol magische formules vast. De sleutel van Salomon maakt ook melding van een eenzame ruïne, twee kaarsen van mensenvet, en wierook – allemaal elementen die in de voorstelling te herkennen zijn. Ook zien we rechts een heks op een bezem vliegen. Al in 1489 beschreef Ulrich Molitor in zijn De Laniis et phitonicis mulieribus (‘Over heksen en waarzegsters’, een van de vroegste werken over hekserij) dat heksen zich op deze manier verplaatsen. Er zijn nog veel meer details die associaties met hekserij of (seksuele) zonde hebben, zoals het artikel in Quest ook duidelijk maakt: bijvoorbeeld de uilen onder de zetel van de heks, de saters en geiten, de draailier van de sater uiterst rechts, en de worstjes die de heks rechts aan het grillen is.

Heksen en protestanten

Het was klaarblijkelijk de bedoeling dat beschouwers van dit schilderij de prominent afgebeelde eigentijdse attributen van hekserij en zonde gemakkelijk zouden herkennen. Daar zal de schilder vast een goede reden voor hebben gehad, maar welke? De kop van het artikel in Quest luidt ‘Protestanten zijn heksen’. Het is mogelijk dat dit schilderij verband houdt met de geloofsstrijd tussen katholieken en protestanten ten tijde van de Reformatie, zoals we hierna zullen toelichten, maar de titel in Quest is ronduit onjuist – naar ons idee heeft niemand in de hele geschiedenis ooit beweerd dat protestanten heksen zijn. Hoe zit het dan wél?

saul_heks van endor_detail_hostie

Saul bij de heks van Endor, detail: hostie aan kaars

Behalve verwijzingen naar hekserij bevat het schilderij ook een aantal verwijzingen naar de eucharistie, het belangrijkste sacrament in de katholieke geloofsleer waarbij het brood en de wijn tijdens de mis het lichaam en bloed van Christus worden. In Jacobs tijd, de tijd van de Reformatie, woedde er discussie over de betekenis van de eucharistie. Volgens de katholieke leer worden het brood en de wijn daadwerkelijk én blijvend het lichaam en bloed van Christus (transsubstantiatie). In de protestantse kerk worden ze ofwel gezien als symbool (calvinisme), of men gelooft dat ze alleen tijdens de eredienst daadwerkelijk in het lichaam en bloed van Christus veranderen (luthers-protestantisme: consubstantiatie) en daarna bijvoorbeeld best mogen worden uitgedeeld aan de armen.

Op het schilderij worden de belangrijkste symbolen van het christendom en van de eucharistie op een godslasterlijke manier verbeeld. Zo zien we op de voorgrond, temidden van de heksen, een omgekeerd kruis. Een van de vrouwen rechts houdt een beker vast zoals een priester de kelk met wijn tijdens de mis vasthoudt. Op de beker in het schilderij staat echter het woord MAL, oftewel ‘het kwaad’. Direct hierboven is een vliegende, naakte heks verbeeld die een schaal met brood vasthoudt. Het brood en de wijn zijn hier zó dicht bij elkaar verbeeld, dat een sterke associatie met de eucharistie ontstaat. Bovendien zijn er hosties verbeeld (herkenbaar aan het kruisje dat erop is weergeven, zie afb. hiernaast) aan de beide kaarsen die de heks op de voorgrond vasthoudt. In deze context, op deze manier verbeeld, worden de religieuze symbolen te schande gemaakt, en daarin ligt een aanwijzing voor de betekenis van het schilderij.

De negatieve referenties aan hekserij en de eucharistie, in combinatie met de ‘moraal’ van het bijbelverhaal over Saul, doen vermoeden dat de betekenis van het werk moet worden gezocht in de context van de geloofsstrijd van die tijd. De katholieken waren van mening dat de protestanten zich afkeerden van het ware geloof en dat God hen daar vroeg of laat voor zou straffen. Precies zoals met Saul gebeurde omdat hij zich met toverij inliet in plaats van op God te vertrouwen. Protestanten werden door de katholieke Kerk als ketters beschouwd omdat ze het ware geloof verwierpen. Ook heksen waren officieel als ketters bestempeld, namelijk in de Malleus Maleficarum (‘Heksenhamer’) uit 1486, het handboek voor inquisiteurs. In het schilderij zouden de heksen dus, via het thema ketterij en afkeer van het ware geloof, symbool kunnen staan voor protestanten. Omdat we niet weten wie de opdrachtgever van het schilderij was kunnen we het niet met zekerheid stellen, maar het werk lijkt een katholiek statement tegen de Reformatie, een waarschuwing tegen of een morele verwerping van het protestantisme.

Conclusie: heksen zijn ketters, net als protestanten

Door de symbolen van het geloof in een godslasterlijke context af te beelden (namelijk tussen de heksen die met hun duivelse praktijken bezig zijn), en in beeld én tekst te verwijzen naar het verhaal van Saul die moest sterven omdat hij zich van God had afgekeerd, verbeeldt Jacob Cornelisz. van Oostsanen met dit werk een morele waarschuwing tegen het protestantisme. Tegelijkertijd had hij met dit verhaal een prachtige aanleiding om allerlei fantasiewezens af te beelden. Zo’n ‘dubbele laag’ kom je in veel middeleeuwse kunstwerken tegen: fantasierijke of spannende scènes worden niet zomaar afgebeeld omdat ze leuk zijn om naar te kijken, maar ze staan in dienst van een religieuze, politieke of maatschappelijke boodschap.

Andrea van Leerdam, Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen

 

Literatuur

  • Jane Louise Carroll, The paintings of Jacob Cornelisz. van Oostsanen (1472?-1533), s.l. 1987. Proefschrift University of North Carolina.
  • update: in Jacobsbode 24 (juli 2013) heeft Helen Wüstefeld een interessante en overtuigende interpretatie van dit schilderij gepubliceerd onder de titel “De bijbel, hekserij en een Amsterdams schilderij, of: hoe een koning ten onder kan gaan”. Dit artikel is gebaseerd op haar bijdrage ‘Clavicula Salomonis in the Kalverstraat, or Jacob Cornelisz van Oostsanen’s Witch of Endor Revisited’, in: R. de Weijert, K. Ragetli, A.J. Bijsterveld en J. van Arenthals, Living Memoria. Studies in Medieval and Early Modern Memorial Culture in Honour of Truus van Bueren (Hilversum 2011), pp. 347-363.

Subsidie voor onderzoek naar schetsboek uit atelier Jacob Cornelisz. van Oostsanen


Voor het eerst komt er een uitvoerig wetenschappelijk onderzoek naar het zogenoemde ‘Berlijnse schetsboek’, dat tekeningen en voorstudies bevat die vermoedelijk afkomstig zijn uit het atelier van Jacob Cornelisz. van Oostsanen (ca. 1470-vóór 1533). Het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft hiervoor een subsidie van maximaal 7.500 euro toegekend aan de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen.

Het schetsboek, dat wordt bewaard in het Berlijnse Kupferstichkabinett, bevat 48 zestiende-eeuwse bladen. Het merendeel daarvan is aan beide zijden betekend. De tekeningen verbeelden onder meer portretten en figuurstudies, stadsgezichten, perspectivische oefeningen, ornamenten en dierenstudies. Wie de tekeningen heeft gemaakt is vooralsnog onbekend, maar omdat een aantal ervan rechtstreeks in verband kan worden gebracht met schilderijen en houtsneden van Jacob Cornelisz van Oostsanen, wordt er van uitgegaan dat de maker een assistent was in Jacob Cornelisz’s grote Amsterdamse werkplaats.

Een uitzonderlijk boek
Het Berlijnse schetsboek is een van de vroegste voorbeelden uit de Noordelijke Nederlanden van een schetsboek met werkplaatsmodellen, voorbeelden die in het atelier van een kunstenaar telkens opnieuw konden worden gebruikt. Uitzonderlijk is bovendien dat het boek in zo’n goede staat en nagenoeg compleet bewaard is gebleven, en dat het zo direct gelieerd is aan de werkplaats van een bekende kunstenaar. Het is dan ook verwonderlijk dat dit zeldzame boek nooit in zijn geheel is gepubliceerd en dat er nog nauwelijks onderzoek naar is gedaan.

Uitgave van het complete boek
Het streven is om een facsimile-editie van het gehele schetsboek voor te bereiden met een toelichting bij ieder blad. Alle tekeningen zullen grondig worden bestudeerd om meer duidelijkheid te krijgen over hun relatie tot het atelier van Jacob Cornelisz., de oorspronkelijke volgorde van de bladen en de vervaardiger ervan. Daarnaast richt het onderzoek zich op de functie die de tekeningen hebben gehad binnen de werkplaats. Dit kan tot nieuwe inzichten leiden in de rol van een modellenboek in een zestiende-eeuws schildersatelier.

Over de onderzoeker
Het onderzoek zal worden uitgevoerd door kunsthistorica drs. Ilona van Tuinen. Zij is in 2009 afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam op een reconstructie en interpretatie van de zogenaamde ‘Sterke Mannen,’ een 12-delige reeks monochrome paneeltjes van Maarten van Heemskerck (1498-1574). Voor de nieuwe bestandscatalogus ‘Early Netherlandish Paintings‘ van het Rijksmuseum schreef zij de teksten over deze schilder. Ook werkte Van Tuinen mee aan de bestandscatalogus ‘De Oude Meesters van de Stad Amsterdam’ van het Amsterdams Historisch Museum.

Atelierpraktijken Fonds
De toegekende subsidie is afkomstig uit het Atelierpraktijken Fonds, een van de CultuurFondsen op Naam van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Het fonds, dat is ingesteld door prof. dr. Jan Piet Filedt Kok (oud-conservator vroege Nederlandse schilderkunst in het Rijksmuseum), heeft tot doel om wetenschappelijk onderzoek te stimuleren naar de geschiedenis van de restauratie van kunstvoorwerpen, historische atelierpraktijken en museale geschiedenis. Meer informatie is te vinden op www.cultuurfonds.nl.

logo prins bernhard cultuurfonds

Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen
De Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen zet zich in om meer bekendheid te geven aan het werk van de schilder en ontwerper van houtsneden Jacob Cornelisz. van Oostsanen en om het kunsthistorisch debat over zijn werk te stimuleren. De stichting is gevestigd in Jacobs geboorteplaats Oostzaan en viert in 2010 haar tienjarig bestaan.

sb_64_fol_32lr

Zes kinderen winnen prijs met Jacob Cornelisz.-kleurwedstrijd


De kleurwedstrijd die de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen organiseerde voor de Oostzaanse basisschoolleerlingen heeft prachtige inzendingen opgeleverd. Zes gelukkige winnaars kregen op 28 september in het gemeentehuis van Oostzaan een prijs uitgereikt door burgemeester Möhlmann.

Met kleurplaten van schilderijen en een houtsnede van Jacob Cornelisz. van Oostsanen wilde de Stichting de schooljeugd laten kennismaken met het werk van de beroemde Oostzaanse meester. De kleurplaten werden uitgedeeld op de vier basisscholen in Oostzaan. Iedere deelnemer die zijn of haar kunstwerkje inleverde bij de Rabobank in Oostzaan ontving een set kleurpotloden. Uit de tientallen inzendingen koos een deskundige jury twee winnaars in drie leeftijdscategorieën, dus in totaal zes prijswinnaars.

De eerste prijs was beschikbaar gesteld door het Molenmuseum in Koog aan de Zaan: een bezoek aan molen Het Pink, waar je een dag uit het leven van de 19e-eeuwse molenaarsknecht Japie kunt beleven. Kijk op www.zaanschemolen.nl. De tweede prijs was een schilderset waarmee de winnaars Jacob Cornelisz. naar de kroon kunnen steken. Foto’s van de prijswinnaars verschenen op 30 september in het Noordhollands Dagblad, op 4 oktober in het Zondagochtendblad en op 6 oktober in Kompas.

De winnaars:

Categorie 4-6 jaar

  • Kevin Meier, 4 jaar (1e prijs)
  • Sanne Vink, 5 jaar (2e prijs)

Categorie 7-9 jaar

  • Cecile, 9 jaar (1e prijs)
  • Ashley v.d. Laan, 8 jaar (2e prijs)

Categorie 10-12 jaar

  • Pauline Stam, 12 jaar (1e prijs)
  • Femke Walsma, 11 jaar (2e prijs)

De jury bestond uit:

  • Paul Möhlmann, burgemeester van Oostzaan
  • Eva Stache, architect en ontwerper van het monument voor Jacob Cornelisz dat in Oostzaan komt te staan
  • Pascal Voorvelt van Rabobank Zaanstreek
  • Daantje Meuwissen, kunsthistorica en bestuurslid van de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen

Ook zin om te kleuren?
De wedstrijd is afgelopen, maar je kunt de kleurplaten nog wel downloaden (als PDF)!

kleurplaat_vluchtnaaregypte kleurplaat_maria_magdalena kleurplaat_engeltjes

De winnende inzendingen:

kleurplaat_4-6_1_kevinmeier

Kevin Meier, 1e prijs 4-6 jaar

kleurplaat_4-6_2_sannevink

Sanne Vink, 2e prijs 4-6 jaar

kleurplaat_7-9_1_cecile

Cecile, 1e prijs 7-9 jaar

kleurplaat_7-9_2_ashleyvdlaan

Ashley v.d. Laan, 2e prijs 7-9 jaar

kleurplaat_10-12_1_paulinestam

Pauline Stam, 1e prijs 10-12 jaar

kleurplaat_10-12_2_femkewalsma

Femke Walsma, 2e prijs 10-12 jaar

Jacob in de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek


Het Dagblad Zaanstreek wijdt een reeks artikelen aan de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek. Ook Jacob Cornelisz. van Oostsanen ontbreekt daarin niet! De krant publiceerde een uitvoerig artikel over hem op 25 juli 2009.

canonzaanstreek

Rabobank overhandigt cheque aan Stichting voor monument


rabobanklogoOp dinsdag 21 juli overhandigde Rabobank-directeur M. Hofstede een cheque van 10.000 euro aan de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen, bestemd voor het monument voor Jacob dat op het plein bij het gemeentehuis zal worden geplaatst.

De feestelijke overhandiging vond plaats in de hal van het gemeentehuis van Oostzaan aan de Kerkbuurt, waar een nieuw servicepunt van Rabobank Zaanstreek is geopend. De Oostzaanse omroep Radio 9 deed verslag van de overhandiging.

overhandiging-cheque-rabobank2-small

overhandiging-cheque-rabobank3-small

Hedendaags portret van Jacob

Het eigentijdse monument voor Oostzaans beroemde kunstenaar is ontworpen door de Oostzaanse architecte Eva Stache. Het werk zal bestaan uit vier parallel opgehangen platen van roestvrij staal en kunststof, die zich binnen een roestvrijstalen ‘omlijsting’ van ca. 2 x 2 meter bevinden die uit een waterpartij oprijst. Wie recht vóór de sculptuur staat ziet het portret van Jacob, dat in drie dimensies is uitgespaard uit de platen.

Sponsors

Het monument komt tot stand dankzij de financiële steun en belangeloze inzet van diverse partijen uit de regio, waaronder behalve Rabobank Zaanstreek ook Meyn Food Processing Technology B.V. uit Oostzaan, Eva Stache en Gemeente Oostzaan.

In de media

De overhandiging van de cheque op 21 juli stond aangekondigd in het Noordhollands Dagblad/Dagblad Zaanstreek van 17 juli.

monument-ontwerp

Website over restauratie gewelfschildering Alkmaar gelanceerd


Op 1 juli is de website www.gewelfschilderingalkmaar.nl online gegaan. De site doet verslag van de acht jaar durende restauratie van de bijzondere gewelfschildering van het Laatste Oordeel in de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar uit 1519. De restauratie is begonnen in 2003 en wordt naar verwachting in 2011 voltooid.

Wie de maker van het Alkmaarse Laatste Oordeel is is omstreden, maar restauratoren Willem Haakma Wagenaar en Edwin van den Brink hebben tijdens hun werkzaamheden steeds meer aanwijzingen gevonden dat het Jacob Cornelisz. van Oostsanen is.

De website geeft uitleg over de voorstellingen en over de manier waarop zij worden gerestaureerd. Er zijn afbeeldingen in hoge resolutie te bekijken van alle delen van het gewelf en van de verschillende werkzaamheden tijdens het restauratieproces.

Tweede gewelfsegment tentoongesteld in Stedelijk Museum Alkmaar


Voor de tweede maal stelt het Stedelijk Museum Alkmaar een deel van de monumentale gewelfschildering van het Laatste Oordeel uit de Grote of St. Laurenskerk tentoon. Na het gewelfsegment waarop te zien is hoe vier doden uit hun graven herrijzen, toont het museum nu het eveneens geheel gerestaureerde centrale gewelfvak, waarop de aartsengel Michael met een reusachtige weegschaal een ziel weegt. De presentatie van het centrale vak is nog te zien tot en met 30 augustus.

Wie de maker van het Alkmaarse Laatste Oordeel is is omstreden, maar restauratoren Willem Haakma Wagenaar en Edwin van den Brink zijn ervan overtuigd dat het Jacob Cornelisz. van Oostsanen is. Sinds 2003 werken zij aan de restauratie van de gewelfschilderingen in het koor en het noordtransept van de Grote Kerk. Naar verwachting zal het werk omstreeks 2011 of 2012 voltooid zijn. Tot die tijd worden regelmatig delen van het gewelf tentoongesteld in het Stedelijk Museum Alkmaar, dat zich tegenover de kerk bevindt.

Website over restauratie

Tegelijk met de opening van de tweede tentoonstelling hebben de restauratoren ook de website www.gewelfschilderingalkmaar.nl gelanceerd. Op deze rijk geïllustreerde website leest u alles over de gewelfschildering en de restauratiewerkzaamheden en kunt u afbeeldingen van alle delen van het gewelf in hoge kwaliteit bekijken.

Jacob in de media: gewelfschildering Alkmaar


Op 21 april vond in het Stedelijk Museum in Alkmaar een presentatie plaats ter gelegenheid van de tentoonstelling van één van de beschilderde houten gewelfvakken uit de Grote Kerk. Restaurator Willem Haakma Wagenaar en ons bestuurslid Daantje Meuwissen zetten tijdens deze middag uiteen waarom zij ervan overtuigd zijn dat de Alkmaarse gewelfschildering van het Laatste Oordeel (1518) is gemaakt door Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Deze presentatie leverde Jacob heel wat media-aandacht op.

  • Het Noord-Hollands Dagblad (21 april) en de Alkmaarsche Courant (22 april) repten van “een Alkmaarse Michelangelo”.
  • In zijn Avondlog, het weblog bij het VPRO-radioprogramma De Avonden, besteedde Wim Noordhoek op donderdag 23 april en vrijdag 24 april aandacht aan de Alkmaarse schilderingen.
  • In de uitzending van De Avonden op zaterdag 25 april berichtte Wim Noordhoek vanuit Alkmaar over de restauratie van de reusachtige gewelfschildering.
  • Op maandag 27 april was restaurator Willem Haakma Wagenaar te gast in De Avonden om uitvoerig over de restauratie, de voorstelling, de schildertechniek en de toeschrijving van de gewelfschildering te vertellen.
  • In VPRO Gids 19 (9 t/m 15 mei) wijdde Wim Noordhoek zijn column “2Mb” op pagina 27 aan zijn bezoek aan de restauratiewerkzaamheden in het koor van de Grote of St. Laurenskerk.

Gewelfschildering van Jacob Cornelisz. in Alkmaar van dichtbij te zien


De restauratie van de gewelfschildering uit ca. 1518 in de Grote- of St. Laurenskerk in Alkmaar is in volle gang. Deze monumentale voorstelling van het Laatste Oordeel wordt toegeschreven aan Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Van 7 april tot 29 juni is één van de negen houten gewelfvakken waarover de schildering zich uitstrekt, van dichtbij te bekijken in het Stedelijk Museum in Alkmaar.

Op het tentoongestelde gewelfvak zijn vier zielen verbeeld die uit hun graven herrijzen en opzien naar het Hemelse Rijk. Het stuk is afkomstig uit het koor van de Grote Kerk, direct links van het centrale vak waar de aartsengel Michael de zielen weegt en waar Christus als rechtspreker in de hemel is verbeeld. Het gewelfstuk is 6 meter hoog en 2,75 meter breed. U hebt een unieke kans om het werk dat de restauratoren eraan hebben verricht van heel dichtbij te bekijken, voordat het stuk weer wordt teruggeplaatst op tientallen meters hoogte in het koor.

Wie de maker van het Alkmaarse Laatste Oordeel is is omstreden, maar restauratoren Willem Haakma Wagenaar en Edwin van den Brink zijn ervan overtuigd dat het Jacob Cornelisz. van Oostsanen is. Sinds 2003 werken zij aan de restauratie van de gewelfschilderingen in het koor en het noordtransept van de Grote Kerk. Naar verwachting zal het werk omstreeks 2011 of 2012 voltooid zijn.

Meer informatie over de gewelfschildering

tentoonstellinggewelfvak2_2

Restaurator Edwin van den Brink en Leonike Polman plaatsen het gerestaureerde gewelfvak uit de Grote Kerk in de foyer van het Stedelijk Museum Alkmaar.

Realisatie van monument voor Jacob Cornelisz. van Oostsanen spectaculair gestart


De vonken spatten er letterlijk vanaf toen de laserstraal met ogenschijnlijk gemak het portret van Jacob Cornelisz. van Oostsanen (ca. 1470 – 1533) uit een massieve roestvrijstalen plaat sneed. Op woensdag 21 januari 2009 werd bij het Oostzaanse bedrijf Meyn Food Processing Technology de eerste van vier platen vervaardigd die samen een bijzonder monument gaan vormen voor de uit Oostzaan afkomstige kunstenaar.

Onder de aanwezigen bij deze heugelijke gebeurtenis waren het voltallige college van B&W van Oostzaan (burgemeester Möhlmann en wethouders Taams, Monen en Visser), Gerard Schaft (Senior Vice President Operations bij Meyn), Eva Stache (ontwerpster van het monument) en het bestuur van de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen (initiatiefnemer). Zij kregen te zien hoe Meyn het ontwerp van Eva Stache in de computer heeft ingevoerd, en waren er vervolgens getuige van hoe een reusachtige machine met een laserstraal Jacobs contouren tot op de millimeter precies uitsneed.

Uitdaging

Eva Stache en Meyn werken geheel belangeloos en met groot enthousiasme aan het monument. In technisch opzicht is het een flinke uitdaging: het materiaal moet bestand zijn tegen alle weersinvloeden, Jacobs portret moet nauwkeurig in reliëf worden uitgefreesd om dezelfde dieptewerking te krijgen als in het originele schilderij waarop het is gebaseerd, en de constructie moet sterk genoeg zijn om het enorme gewicht te kunnen dragen van het massieve roestvrijstaal en het waterelement waarin het monument komt te staan. Het werk krijgt een prominente plaats in het hart van Oostzaan, op het plein bij het nieuwe gemeentehuis, de kerk en het theater. Naar verwachting zal het nog enkele maanden duren voordat het gereed is.

Middeleeuws schilderij

Het eigentijdse monument zal bestaan uit vier parallel opgehangen platen van roestvrij staal en kunststof waarin het portret van Jacob Cornelisz. in drie dimensies is uitgespaard. Dit portret is nauwgezet overgenomen van het schilderij uit circa 1550 van Dirck Jacobsz., zoon van Jacob Cornelisz., in het Toledo Museum of Art (USA). De platen worden binnen een roestvrijstalen ‘omlijsting’ van ca. 2 x 2 meter geplaatst, die oprijst uit het water – een verwijzing naar Jacobs afkomst uit het ‘Waterland’. Het monument kan in zijn geheel worden gezien als een hedendaagse versie van een middeleeuws schilderij: het is opgebouwd uit verschillende lagen – verf in het schilderij, staal en kunststof in de sculptuur – die een zekere mate van transparantie vertonen. De schilderijen van Jacob Cornelisz. ontlenen hun kwaliteit en charme aan deze transparantie.

Lees meer over het monument

toehoorders

De aanwezigen luisteren naar de uitleg van medewerkers van Meyn over de vervaardiging van het monument.

uitleg over het plaatmateriaal

Uitleg over het plaatmateriaal

laseren

Vonkenregen bij het laseren van de plaat

contour van jacob2

Contour van Jacob Cornelisz. in roestvrijstalen plaat

groepsportret betrokkenen

Groepsportret van de betrokkenen, v.l.n.r.: Paul Möhlmann (burgemeester Oostzaan), Gerard Schaft (Senior Vice President Operations bij Meyn), Eva Stache (architecte, ontwerpster van het monument), Dirk Lust (medewerker bij Meyn), Egbert R. van Wijk (voorzitter Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen), Eelco Taams (wethouder Oostzaan)

jacobschildertzijnvrouw

Dirck Jacobsz., Jacob Cornelisz. schildert zijn vrouw, ca. 1550
Toledo (Ohio, USA), Toledo Museum of Art

18 januari Jacob-rondleiding door het Amsterdams Historisch Museum: schrijf in vóór 1 januari!


Speciaal voor onze leden organiseren wij op zondag 18 januari 2009 een exclusieve Jacob-rondleiding door het Amsterdams Historisch Museum. Dit museum bezit een aantal belangrijke stukken van onze Oostzaanse meester en zijn tijdgenoten. Bovendien biedt het tijdelijk onderdak aan enkele werken van Jacob uit het Rijksmuseum, dat vanwege de grootscheepse verbouwing gesloten is.

Een ervaren gids van het museum zal de schilderijen van Jacob Cornelisz. van Oostsanen belichten en u aan de hand daarvan een kijkje geven in het Amsterdam van Jacobs tijd (ca. 1470-1533). Daarbij zal o.a. aandacht worden besteed aan Jacobs bijzondere schildering op doek van het Mirakel van de Heilige Stede, aan de stadsplattegrond van Jacobs kleinzoon Cornelis Anthonisz. en aan de schilderijen van Dirck Jacobsz. (zoon van Jacob Cornelisz.).

Aanmelden

Aanmelden voor de rondleiding is niet meer mogelijk.

Kosten

Deelname aan de rondleiding is gratis voor leden; u betaalt uitsluitend de entree voor het museum. Neem als bewijs van uw lidmaatschap Jacobsbode 15 mee! Niet-leden betalen 5 euro + museumentree en zijn voor dit bedrag meteen een jaar lid van de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen. De entree bedraagt 5 euro per persoon (inclusief groepskorting), museumkaarthouders gratis. Zowel de entree als het eventuele lidmaatschapsgeld kunt u ter plaatse afrekenen.

Panelen van drieluik van Jacob Cornelisz. herenigd dankzij Stichting


Bij een veiling van Sotheby’s in Amsterdam is een dubbel spectaculaire ontdekking gedaan van werk van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Twee paneeltjes die op 11 november zijn geveild, blijken door Jacob te zijn gemaakt en niet door een Zwitserse meester, zoals de catalogus van Sotheby’s vermeldde. Bovendien heeft ons bestuurslid Daantje Meuwissen ze geïdentificeerd als zijluiken van een drieluik, waarvan het middenstuk zich in een privécollectie in België bevindt.

De paneeltjes met afbeeldingen van de heilige Andreas en de heilige Hiëronymus zijn omstreeks 1500-1510 geschilderd door een Zwitserse meester, zo stond te lezen in de catalogus van Sotheby’s. Prof. Jan Piet Filedt Kok, oud-hoofdconservator oude schilderijen van het Rijksmuseum, had hier zijn bedenkingen bij toen hij de schilderijen zag. Hij nam contact op met Daantje Meuwissen, een van de grootste kenners van Jacobs werk in Nederland. Zij heeft de werken direct onderzocht bij Sotheby’s, en constateerde dat ze vrijwel zeker door Jacob Cornelisz. moeten zijn gemaakt. Daarop wijzen niet alleen de schilderstijl en de stijl van de ondertekening die door de verflaag heen zichtbaar is, maar ook de voorstelling zelf. De heilige Andreas is op vrijwel precies dezelfde manier afgebeeld als op een ander schilderij van Jacob Cornelisz., dat zich in het Chicago Institute of Art bevindt.

Oorspronkelijk drieluik

En het werd nog spectaculairder. Toen Daantje de schilderijen bestudeerde, kreeg ze het vermoeden dat zij wel eens een drieluik kunnen hebben gevormd samen met een paneel dat in het bezit is van één van onze enthousiaste leden. Deze eigenaar is direct met zijn paneel naar Sotheby’s afgereisd, waar Daantje en diverse andere deskundigen de drie stukken uitvoeriger hebben bekeken. Unaniem kwamen zij tot de conclusie dat deze stukken inderdaad bij elkaar hebben gehoord. Hoogst waarschijnlijk hebben de voorstellingen van Andreas en Hiëronymus op de buitenkanten van de zijluiken gestaan. Het middenpaneel stelt de Kroning van Maria voor. Wat er op de binnenkanten van de zijluiken was afgebeeld, is vooralsnog onbekend.

Herenigd

De eigenaar van het middenpaneel heeft de twee zijpaneeltjes bij de veiling kunnen kopen voor 24.750 euro. Het is verheugend dat de panelen van het drieluik nu na lange tijd weer verenigd zijn in één collectie, en dat ze bovendien in de buurt van Jacobs geboortegrond blijven. In de afgelopen jaren zijn veel werken van Jacob Cornelisz. van Oostsanen verdwenen naar musea of particulieren in de Verenigde Staten.

Media-aandacht

Er verschenen artikelen in onder andere de Telegraaf (12 nov.), Het Parool (12 nov.), Trouw (13 nov.), Noordhollands Dagblad (13 nov.), op de website en in de Annual Review 2008 van de Universiteit Utrecht.

 

Bijzonder monument voor Jacob in Oostzaan


Eindelijk is het dan zover: Oostzaan krijgt een monument voor Jacob Cornelisz.! Na jarenlange inspanningen van de Stichting is er nu niet alleen een ontwerp voor een prachtig kunstwerk, maar zijn ook alle praktische hobbels rondom de realisatie daarvan genomen. De sculptuur krijgt een prominente plaats in het hart van Oostzaan, op het plein bij het nieuwe gemeentehuis, de kerk en het theater. De Stichting heeft in Eva Stache, architect te Oostzaan, een bevlogen kunstenares gevonden die geheel belangeloos een uniek en – letterlijk en figuurlijk – veelzijdig ontwerp heeft gemaakt voor een eigentijdse sculptuur. Haar ontwerp verleidt passanten om even halt te houden, beter te kijken en om het monument heen te lopen. Het sluit aan bij de moderne uitstraling van het nieuwe gemeentehuis en is toch historisch verantwoord, vol verwijzingen naar Jacobs leven en werk.

Tentoonstelling Vroege Hollanders


Van 16 februari t/m 25 mei 2008 is in Museum Boijmans van Beuningen te Rotterdam de tentoonstelling Vroege Hollanders – Schilderkunst van de late Middeleeuwen te zien. Op deze bijzondere tentoonstelling met ruim 60 werken uit binnen- en buitenlandse collecties bevinden zich ook enkele panelen van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Een bezoek méér dan waard! Ons bestuurslid Daantje Meuwissen heeft een bijdrage geleverd aan de tentoonstellingscatalogus. Lees meer op de website van Boijmans van Beuningen.

Lezing: Amsterdam in Jacobs tijd


Op vrijdag 16 november 2007 organiseert de Stichting Jacob Cornelisz. van Oostsanen een lezing over Amsterdam in Jacobs tijd, door historica Marijke Carasso Kok. Haar lezing is getiteld ‘Amsterdam in de tijd van Jacob Cornelisz. van Oostsanen: Een samenleving onder spanning’. Alle belangstellenden zijn van harte uitgenodigd!

In deze geïllustreerde lezing van ca. 60 minuten zal Marijke Carasso-Kok, kenner van de geschiedenis van Amsterdam, een beeld schetsen van het leven in Amsterdam in de 16de eeuw.

De Oostzaanse kunstenaar Jacob Cornelisz. had alle reden zich daar te vestigen: het ging de stad tegen het einde van de vijftiende eeuw goed. De economie bloeide en de bevolking groeide. Het leven van de middeleeuwer was sterk religieus bepaald. Er waren talloze kerken, kapellen, kloosters, broederschappen en ook de ambachtsgilden hadden een godsdienstig karakter. Van deze rooms-katholieke instellingen en de daaraan verbonden personen kreeg Jacob Cornelisz. zijn belangrijkste opdrachten.

Maar de samenleving stond ook onder spanning. Het was de vooravond van wat de geschiedenisboekjes is ingegaan als de Reformatie: het religieuze tij begon langzaam aan te keren, er ontstonden nieuwe evangelische denkbeelden die met de oude katholieke opvattingen conflicteerden. Hoe bewaarde men de eenheid onder de snel groeiende Amsterdamse bevolking, die door toenemende religieuze tegenstellingen werd verscheurd?

Marijke Carasso-Kok publiceert al enkele decennia over Amsterdam in de late Middeleeuwen. In 2004 verscheen onder haar redactie Geschiedenis van Amsterdam deel 1 – Een stad uit het niets: tot 1578, het eerste deel van een nieuw wetenschappelijk standaardwerk over de geschiedenis van Amsterdam. Verder schreef zij talrijke publicaties over onder meer kronieken en heiligenlevens.

Locatie: Grote Kerk, Oostzaan
Aanvang: 20:00 uur
Entree: leden van de Stichting gratis op vertoon van Jacobsbode nr. 13
niet-leden €5,- (incl. één jaar lidmaatschap)