De brillenverkoopster / “Lx siin tiid”, na 1520

49 x 35 cm
Verenigde Staten, particuliere collectie

Dat Jacob Cornelisz. van Oostsanen een van de eerste schilders is, die schilderijen maakte met een ‘genre’ karakter blijkt uit De brillenverkoopster. Het drijft de spot met diegenen die met geld een jongere partner denken te kunnen krijgen. Op de achtergrond houdt een oude vrouw een jonge man een grote pot gevuld met munten voor, waar hij in graait terwijl hij de vrouw omhelst. Maar tegelijkertijd, naar het zich laat aanzien, laat hij zijn oog vallen op de jonge brillenverkoopster.

Op de voorgrond verkoopt de jonge vrouw een bril aan een – aan zijn kleding te oordelen – welgestelde oudere heer. Links van haar is de rest van haar winkelvoorraad te zien, zoals een zilveren kan, zilveren drinkbekers en rozenkransen.

De scène met de bril zou verband kunnen houden met het spreekwoord ‘wat baat de uil een kaars en bril, als hij niet zien en wil’. Dit spreekwoord betekent dat een uil een domme blinde vogel is, die het licht der waarheid niet kan zien, zelfs niet wanneer men hem een bril geeft en hij met een kaars bijgelicht wordt. Dit verwijst naar het dwaze gedrag van de oude ‘uil’ (tegenwoordig zouden we ‘bok’ zeggen), die denkt dat dit ‘groene blaadje’ nog belangstelling voor hem heeft, maar die het waarschijnlijk, net als de jonge man op de achtergrond, alleen om het geld te doen is.

Op de achtergrond zit een nar, symbool van dwaasheid en ‘uilenspiegel’ bij uitstek. Hij lijkt het belachelijke tafereel niet te willen aanschouwen, maar ‘het door de vingers ziend’, doet hij dat toch. Onder hem staat het toepasselijke motto ‘LX SIIN TIID’ (Elk zijn tijd).

Literatuur

Meuwissen 2014, cat. 36