Afscheidswoord van de voorzitter


Als mensen mij vroegen wat mij bezielde waar het Jacob betreft – en die vraag werd me nog al eens gesteld – dan wist ik eigenlijk maar één antwoord te geven: “Ga maar eens naar het Rijksmuseum en bekijk Jacobs schilderijen. Bekijk de details, die je veelal alleen met een vergrootglas kunt zien en bedenk je dan hoe iemand in de middeleeuwen met beperkte middelen, zoiets heeft kunnen maken.” En dan te weten dat zo iemand in een boerendorp als Oostzaan toen was, geboren is. Op een paar Oostzaners na wist de Oostzaanse gemeenschap niet eens dat zo’n grootheid hier ooit het levenslicht zag. Ikzelf had wel van hem gehoord, maar kende zijn werk niet. Barbara en ik gingen toen op onderzoek uit, we kwamen in musea in heel Europa. Het enthousiasme, de waardering die Jacobs werk daar oogstte, verbaasde ons. Waarom wél in het buitenland, en niet in Nederland, vroeg ik me af. Dat gaf voor mij de doorslag. Jacob verdient meer erkenning. Ik ging me een soort ‘zendeling’ voelen, gedreven door een drang om Jacob de bekendheid te geven die hij verdient.

Gelukkig sloeg mijn geestdrift over op een paar medestanders en al gauw richtten wij (in 2000) gezamenlijk de stichting op om van daaruit meer bereik te krijgen. Ons bestuur was een enthousiast groepje mensen, we stimuleerden elkaar enorm. Hoe het verder ging is bekend, daar geef ik hier geen opsomming meer van. Wel wil ik graag kwijt dat ik de diverse bestuursleden wil bedanken voor hun steun, inzet en enthousiasme, waardoor de stichting almaar groeide.

Met een gerust hart kan ik zeggen dat de ‘zendeling’ in mij zijn doel heeft bereikt. Er is geen Oostzaner meer die niet weet wie Jacob was, en ook in het buitenland is Jacobs naam gevestigd. De recente tentoonstelling ‘Van Oostsanen – de eerste Hollandse meester’ van het Stedelijk Museum Alkmaar en het Amsterdam Museum heeft de belangstelling onder kunsthistorici in Nederland (en daarbuiten) verder aangewakkerd. Jacob staat weer in het middelpunt van het kunsthistorisch debat, en dat is precies wat de stichting wilde. Tijd voor ons om ons terug te trekken en om de verdere ontwikkelingen en ontdekkingen over te laten aan de wetenschappers. Dit doe ik met een tevreden gevoel. We zullen toekomstig nog veel van Jacob horen, daarvan ben ik overtuigd: met de grote tentoonstelling van Jacobs originele schilderijen en prenten zijn de sluizen opengezet, er kan nog heel veel nieuw onderzoek worden gedaan. Ik heb er alle vertrouwen in dat de kunsthistorici zich de komende jaren over Jacob blijven ontfermen.

Deze prachtige nieuwe website, gemaakt door Andrea van Leerdam en Mattijs ter Heide, staat u voorlopig nog wel even ter beschikking bij wijze van naslagwerk. Als voorzitter dank ik u voor uw steun en belangstelling en ik hoop dat ook u hebt genoten van de zinvolle periode die wij met z’n allen nu tot een goed eind hebben gebracht.

Egbert R. van Wijk, voorzitter